20 december 2010

Uitsluitingsclausule: deel II, Schenkingen

Door Gilyan Parker

In deel I van deze weblog is reeds uiteengezet wat een uitsluitingsclausule is en is ingegaan op het gevolg van een uitsluitingsclausule op erfenissen.

In deze weblog staat de betekenis van een uitsluitingsclausule voor schenkingen centraal. Ouders willen soms aan zoon of dochter geld schenken. Die schenkingen kunnen geschieden door overmaking van een zeker bedrag maar ook door leningen. De ouders schenken dan aan zoon of dochter een bedrag, dat vervolgens weer door zoon of dochter aan de ouders wordt geleend. Hierover moet wel door de ouders rente worden betaald.

Huwelijkse voorwaarden

Wanneer echtgenoten onder het maken van huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd, is een uitsluitingsclausule in principe niet noodzakelijk om te voorkomen dat de echtgenoot van de begiftigde deelt in de schenking. Wees er op bedacht dat een goede administratie onontbeerlijk is. Indien het geschonken geld op een aparte rekening wordt gestort, uitsluitend ten name van de begunstigde, is duidelijk te herleiden dat dit de schenking betreft. Als het geld op een gezamenlijke rekening wordt gestort, kan de echtgenoot van de erfgenaam of begiftigde stellen dat dit geld aan de beide echtgenoten is geschonken. Ook als niet duidelijk is waar het geld aan is besteed, kan het lastig zijn voor de echtgenoot om aan te tonen dat het geld uitsluitend aan hem of haar is geschonken.

Administreer dus goed en leg de schenking schriftelijk vast, eventueel in een notariële akte.

Gemeenschap van goederen

Stel nu dat zoon of dochter gehuwd is in gemeenschap van goederen. Is het dan een schenking aan zoon of dochter of aan de gemeenschap waarin die is gehuwd?
Zonder enige afspraak hieromtrent valt die schenking in de gemeenschap van goederen en kan bij een echtscheiding de echtgenoot van dat kind aanspraak maken op de helft van de schenking. Ouders kunnen dit echter voorkomen door bij elke schenking uitdrukkelijk te vermelden dat de schenking niet zal vallen in de gemeenschap waarin zoon of dochter is gehuwd of zal huwen.

In juli 2010 heeft het Gerechtshof te Amsterdam hier een duidelijk uitspraak over gewezen. Bij elke schenking moet de uitsluitingsclausule worden gemaakt.

In dit geval hadden de ouders aan de zoon een aantal schenkingen gedaan. Aan de zoon werd eerst een schenking gedaan van fl. 35.000,– in 1992 waarbij de ouders uitdrukkelijk hadden bepaald in een notariële akte dat de schenking niet zou vallen in enige gemeenschap van goederen. Na 2003 is overigens een notariële akte niet meer verplicht. Daarna werden door de ouders nog diverse schenkingen gedaan, zonder dat de ouders deze uitsluitingsclausule hadden opgenomen. Bij een van de laatste schenkingen, hadden de ouders vervolgens opgenomen dat ook alle voorafgaande schenkingen geacht werden niet in enige gemeenschap te vallen waarin de zoon was gehuwd.

Bij de daarop volgende echtscheiding maakte de vrouw aanspraak op de helft van de schenkingen. Op de eerste schenking kon de vrouw geen aanspraak maken, evenals de laatste schenking; er was immers een uitsluitingsclausule. Ten aanzien van de daartussen liggende schenkingen bepaalde het Hof echter dat deze wel in de gemeenschap vielen, omdat bij de gift, dus ten tijde van de schenking, niet was opgenomen dat deze buiten de gemeenschap vielen. Achteraf bepalen dat voorgaande schenkingen buiten de gemeenschap vallen, is dus niet mogelijk.

Kortom als er door ouders geschonken wordt, moet op dat moment worden vastgelegd dat de schenking niet zal vallen in de gemeenschap waarin zoon of dochter is gehuwd.

Gilyan Parker