12 april 2011

WW-uitkering na deelname Gouden Kooi?

Door Gilyan Parker

Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vraag of er een recht op een WW-uitkering van een deelnemer bestond na afloop van het televisieprogramma De Gouden Kooi.

De Hoge Raad oordeelde dat de deelname als een arbeidsovereenkomst gezien diende te worden, waarmee het beëindigen van de overeenkomst een recht op een WW-uitkering met zich bracht.

Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht

Vóór de deelname aan het programma De Gouden Kooi had de deelnemer met Talpa als producent een overeenkomst van opdracht getekend. Expliciet stond in de overeenkomst vermeld dat partijen niet de intentie hadden een arbeidsovereenkomst te sluiten. Overeengekomen werd vervolgens dat de deelnemer een bedrag van € 2.250,00 per maand kreeg als “schadeloosstelling” voor elke maand die zij in de villa doorbracht. Maar ook stond er dat Talpa verplicht was op dit bedrag loonheffingen en sociale premies in te houden. Na te zijn weggestemd uit het programma vroeg de deelnemer een ww-uitkering aan die door het UWV werd geweigerd. De voormalig deelnemer ging in beroep en kreeg van de Centrale Raad van Beroep gelijk. Volgens de Raad bestond er een zogenaamde privaatrechtelijke betrekking tussen Talpa en de deelnemer, zodat de uitkering ten onrechte werd onthouden.

Cassatieberoep UWV Werkbedrijf

Het UWV heeft cassatie tegen deze uitspraak ingesteld, waarna de Hoge Raad zich over de kwestie heeft gebogen. Voor de vraag of de deelnemer tot Talpa in een zodanige privaatrechtelijke dienstbetrekking stond is maatgevend, aldus de Hoge Raad, of tussen beiden sprake was van een arbeidsovereenkomst zoals de wet die omschrijft. De verhouding werd derhalve getoetst aan de criteria die gelden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
In de eerste plaats werd vastgesteld dat er sprake moest zijn van de verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid. Bepalend is hierbij dat de verrichte arbeid voordeel oplevert voor de werkgever. De deelname aan het televisieprogramma De Gouden Kooi leverde Talpa opbrengsten op in de zin van kijkcijfers en reclame-inkomsten.
Vervolgens moest er een gezagsverhouding tussen de partijen zijn. Of daar gebruik van wordt gemaakt is niet relevant. Talpa had door de toepassing van spelregels en ordemaatregelen bindende aanwijzingen en opdrachten aan de deelnemer kunnen geven en dat was voldoende. En het derde kenmerk van een arbeidsovereenkomst is loon, hetgeen maandelijks door Talpa werd betaald.

Arrest Hoge Raad

Op grond van deze overwegingen heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de deelnemer aan het televisieprogramma De Gouden Kooi recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Andermaal bevestigt de Hoge Raad hiermee dat de feitelijke situatie doorslaggevend is voor het antwoord op de vraag of partijen een arbeidsovereenkomst met elkaar zijn aangegaan of niet.

Gilyan Parker