Dit zijn Algemene Voorwaarden die net als in andere overeenkomsten die u aangaat, nadere regels geven die ook van toepassing zijn op die financieringsovereenkomst. Over het algemeen zijn dit regels die op de bank van toepassing zijn, maar in deze ABV staan ook regels die verplichtingen voor u als klant inhouden.
Algemene Bank Voorwaarden
In deze blog bespreken we twee belangrijke punten, die mogelijk door de bank zullen worden aangehaald als het moeilijk gaat met uw onderneming: artikel 26 en artikel 35.
Artikel 26 ABV
Dit artikel luidt als volgt: “Als wij dit vragen geeft u ons zekerheid voor de betaling van uw schulden. Dit artikel bevat enkele regels die voor zekerheden van belang kunnen zijn.”
Waarschijnlijk heeft u bij het aangaan van de financieringsovereenkomst al zekerheden aan de bank gegeven in de vorm van pand- en/of hypotheekrechten. Een pandrecht geldt als zekerheid voor niet-registergoederen, zoals voorraad, inventaris en vorderingen. Een hypotheekrecht geldt als zekerheid voor registergoederen. Denk hierbij aan vastgoed, grote schepen en vliegtuigen.
Aanvullende zekerheid
Artikel 26 ABV betekent dat als de bank dat vraagt, u als klant verplicht bent om meteen aanvullende zekerheid te geven voor de schulden van u aan de bank. Deze zekerheid komt dus bovenop de zekerheid die u mogelijk al heeft gegeven en geldt voor alle schulden die u heeft aan de bank. Of die u zal gaan hebben.
De bedoeling van de bank is om haar kredietrisico’s onder controle te houden. Door extra zekerheid te vragen, probeert de bank haar kredietrisico te managen. Hierdoor gebruikt de bank dit artikel vaak in situaties waarin uw bedrijf het moeilijk heeft. Vaak zijn ondernemingen dan bezig met herstelplannen en wordt geregeld van de bank gevraagd om extra krediet, rente later te incasseren of uitstel van aflossingen. Juist dan wil de bank meer grip houden op de onderneming en op het bezit oftewel de activa van de onderneming.
Oversecurering
Maar zoals ook uit artikel 26 ABV volgt, hoeft u niet meer zekerheid te geven dan redelijkerwijs nodig is. Zogenaamde oversecurering moet per slot van rekening voorkomen worden. Bij de beoordeling of sprake is van oversecurering wordt rekening gehouden met het risicoprofiel van de onderneming en het bestaande kredietrisico van de bank.
Vrijgaveverplichting
De andere kant van artikel 26 ABV is hoe om te gaan met vrijgave van de (extra) zekerheid die niet meer redelijk of nodig is. Een vrijgave of een vrijgaveverplichting wordt namelijk niet in artikel 26 ABV geregeld. Maar hier ligt volgens de literatuur wel een vrijgaveverplichting van de bank. De algemene zorgplicht van de bank zoals vastgelegd in artikel 2 ABV, speelt bij de beoordeling van oversecurering en het handelen van de bank daarbij, een belangrijke rol, net als de redelijkheid en de billijkheid.
Juridische positie
Om een goede afweging te maken voor u en uw onderneming als artikel 26 ABV door de bank wordt gebruikt, is het dus van groot belang een goed inzicht in uw juridische positie ten opzichte van de bank te hebben. Met name om de normen van de zorgplicht en de redelijkheid en billijkheid in te vullen. Van u kan namelijk niet worden gevraagd om meer zekerheid te geven dan nodig. Andersom dient u voor de onderneming goed in kaart te brengen wanneer sprake is van een situatie dat het redelijk is dat een bank haar (aanvullende) zekerheden vrijgeeft.
Artikel 35 ABV
Dit artikel luidt: “U kunt de relatie opzeggen. Wij kunnen dit ook. Opzegging betekent dat de relatie eindigt en alle lopende overeenkomsten zo snel mogelijk worden afgewikkeld.”
Opzegging van een financieringsrelatie is een erg ingrijpende situatie voor uw onderneming, maar ook voor u. De rechtspraak heeft in de loop der jaren echter vastgelegd wanneer en onder welke omstandigheden een bank van haar bevoegdheid tot opzegging gebruik mag maken.
Opzeggingsgrond
De tekortkomingen van de onderneming ten opzichte van de bank, moeten kwalificeren als opzeggingsgrond. Bij het formuleren van opzeggingsgronden en bij het daarnaar handelen, moet de bank rekening houden met diverse omstandigheden. Deze zijn inmiddels in de rechtspraak vastgelegd.
Voorbeelden
Hierbij moet u denken aan de duur, de omvang en het verloop van de kredietrelatie. Maar ook de mate waarin de kredietwaardigheid is afgenomen en of het kredietrisico is toegenomen. Het gedrag van de cliënt van de bank en de tijdige informatieverstrekking alsmede de mate waarin de cliënt van de bank toerekenbaar tekort is geschoten, is ook van belang.
Verder dient een bank rekening te houden met de overlevingskans van de onderneming en de mogelijkheden (en de tijd daarvoor) om alternatieve financiering te zoeken. Tenslotte spelen de wijze van besluitvorming door de bank en de wijze waarop er overleg is geweest met de cliënt van de bank en de door de bank gewekte verwachtingen, een rol.
Uw inbreng als ondernemer
Bij de in de vorige alinea omschreven omstandigheden is dus ook de inbreng van u als cliënt van de bank, van belang. Het gaat erom dat aan de bank een volledig beeld van de onderneming wordt gegeven. Financieel, maar zeker ook op basis van de juridische situatie. Daarnaast is het aan u als ondernemer om het handelen van de bank en de conclusies die zij verbindt aan alle haar bekende informatie, te blijven controleren. Door goed geïnformeerd een traject van opzegging in te gaan, vergroot u uw kansen om er in overleg met de bank uit te komen.
Meer informatie
Het is duidelijk dat uw bank niet zomaar extra zekerheidsrechten van u mag eisen. Of de financieringsovereenkomst mag opzeggen. Maar wanneer een bank deze artikelen inroept, is het aan te raden dat u zich een goed beeld vormt van uw rechten en verplichtingen. Vanzelfsprekend kunnen wij u in die gevallen van advies voorzien.
Heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u persoonlijk advies? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.