23 juli 2012

De Hoge Raad over leeftijdsdiscriminatie

Door Gilyan Parker

Op 13 juli 2012 heeft de Hoge Raad beslist over het vroegpensioen van KLM-piloten.

In navolging van de Advocaat-Generaal oordeelt de Hoge Raad dat geen sprake is van verboden leeftijdsdiscriminatie bij het verplichte pensioenontslag van piloten die 56 worden.

CAO KLM

In de KLM-CAO is bepaald dat de arbeidsovereenkomst van piloten bij 56 jaar eindigt. Een groep piloten die rond die leeftijd verplicht met pensioen is gegaan, vindt dat KLM daarmee onderscheid maakt op grond op leeftijd zonder dat daar een objectieve rechtvaardige bestaat. Zij vinden dat in strijd met de Wgbl. Zij willen doorbetaling van salaris en weer werken. Na het Gerechtshof Amsterdam heeft nu de Hoge Raad die stellingen en vorderingen verworpen.

Objectieve rechtvaardiging

De Hoge Raad zet eerst uiteen dat non-discriminatie op grond van leeftijd een algemeen beginsel van het Europese gemeenschapsrecht is en daarmee mag het Nederlandse recht niet in strijd zijn. Een regeling in een CAO waarbij werknemers vanaf een bepaalde leeftijd anders worden behandeld, schept leeftijdsonderscheid. Maar dat kan gerechtvaardigd zijn, zoals in deze KLM-zaak. Doelstellingen van sociaal beleid, gericht op werkgelegenheid, de arbeidsmarkt en de beroepsopleiding, kunnen een rechtvaardiging zijn voor de afwijking van het discriminatieverbod op leeftijd. Aan die doelstellingen is voldoende voldaan in de KLM-CAO zodat er volgens de Hoge Raad een legitiem doel is voor de vroege pensioenleeftijd. Tevens is volgens de Hoge Raad voldaan aan de eisen van de Europese Richtlijn en de Wgbl dat de door de KLM ingezette middelen om die doelstelling te bereiken, ook passend en noodzakelijk zijn.

Einde van rechtswege

Tot slot geeft de Hoge Raad nog een interessante overweging over het al dan niet automatische einde van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Kan een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst automatisch eindigen bij een bepaalde, afgesproken leeftijd? Het gaat hier over artikel 7:667 BW dat in lid 1 bepaalt dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt als de tijd waarvoor die is aangegaan, is verstreken bij overeenkomst, wet of door het gebruik.

Ontwikkelingen pensioenontslag

Een discussie in de literatuur hierover lijkt nu beslist. De Hoge Raad oordeelt dat op grond van artikel 7:667 BW een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van rechtswege eindigt doordat de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, als dit in een overeenkomst is neergelegd. Dus als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd inhoudt dat die eindigt op de pensioengerechtigde leeftijd, dan is voor beëindiging daarvan geen opzegging nodig als de werknemer die pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dit is anders als er niets in de arbeidsovereenkomst is opgenomen. In lagere rechtspraak is namelijk bij herhaling geoordeeld dat een werkgever zich dan niet kan beroepen op een soort gebruik of gewoonte als zouden arbeidsovereenkomsten automatisch eindigen als de werknemer 65 wordt. Juist niet, omdat die eindleeftijd maatschappelijk gezien in beweging is.

Tip

Werkgevers doen er verstandig aan om hun arbeidsovereenkomsten hierop te controleren. Eens te meer is dat van belang nu de Eerste Kamer in juli heeft ingestemd met de nieuwe AOW-leeftijd, waardoor de AOW-/pensioengerechtigde leeftijd in 2013 niet langer 65 jaar is, maar 65 jaar + 1 maand (en zo verder tot 67 jaar in 2023).

Gilyan Parker