8 juni 2016
Bij grensoverschrijdende handel is het verstandig om afspraken te maken over de bevoegde rechter en het aan te wenden recht voor het geval dat het tot een geschil komt.
Toch zie ik regelmatig dat partijen verzuimd hebben dit te doen. Partijen hebben er simpelweg niet aan gedacht, of werken al jarenlang samen zonder dat zij hun afspraken schriftelijk hebben vastgelegd. Voor het geval partijen geen expliciete keuze in deze hebben gemaakt, wijzen Europese regels de bevoegde rechter en het toepasselijke recht aan.
Als uitgangspunt geldt, dat de rechter van het land waar de gedaagde zijn woonplaats heeft bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. Als men in de schoenen van de gedaagde staat is dit een voordeel: de drempel om een geding aanhangig te maken is hoger. De eiser moet immers een procedure starten in een ander land. Voor de eiser is dit natuurlijk vervelend. Het Europese recht biedt in bepaalde gevallen echter ook de mogelijkheid om de procedure in een ander land aanhangig te maken. Een van de belangrijkste uitzonderingen geldt voor verbintenissen die voortvloeien uit overeenkomst. Een dergelijke overeenkomst kan ook mondeling zijn aangegaan. In geval van verbintenissen uit overeenkomst is ook de rechter van het land waar de hoofdverplichting van de overeenkomst moest worden verricht bevoegd om kennis te nemen van het geschil. Ingeval van verkoop van goederen wordt over het algemeen de levering van deze goederen als de hoofdverplichting aangemerkt. Bij dienstverlening is dit de verstrekking van de diensten. Alternatief bevoegd is derhalve de rechter van het land waar de zaken of diensten werden geleverd. Vaak is het echter moeilijk om te bepalen in welk land de juridische levering plaats vond. Het is zinvol om hier een advocaat te raadplegen, die erbij kan helpen aan de hand van in de jurisprudentie ontwikkelde ijkpunten te bepalen waar de juridische levering heeft plaatsgevonden.
Ook voor het geval partijen niet zijn overeengekomen welk recht toepasselijk is op hun grensoverschrijdende rechtsverhouding biedt het Europees recht uitkomst. Gaat het om de verkoop van goederen, dan dient het recht van het land waar de verkoper is gevestigd aangewend te worden. Bij de levering van diensten is dit het recht van het land waar de dienstverlener is gevestigd. Gaat het om onroerend goed, dan is het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen van toepassing.
De regels om de bevoegde rechter en het toepasselijk recht te bepalen verschillen van elkaar. Dit betekent dat het kan voorkomen dat men een procedure in het ene land aanhangig moet maken, terwijl het recht van een ander land moet worden toegepast. Voor zowel de partijen, de rechter en de advocaten betekent dit dat zij te maken kunnen krijgen met het recht uit een ander land. In dergelijke situaties is het voor u als cliënt belangrijk dat uw advocaat goed samenwerkt met advocaten uit andere landen. GMW advocaten werkt regelmatig samen met collega’s uit andere landen, bijvoorbeeld om een zaak in Nederland aanhangig te maken, terwijl Duits recht van toepassing is. Andersom adviseert GMW advocaten haar buitenlandse collega’s ook als zij aldaar een procedure voeren waarop Nederlands recht van toepassing is. Bent ook u verwikkeld in een grensoverschrijdend conflict? Neem dan contact op met GMW advocaten voor een kennismaking of voor advies.