23 september 2010
Een aantal rechters lijkt tegenwoordig steeds gemakkelijker de ontruiming van henneptelende huurders toe te wijzen.
In haar uitspraak van 1 juli 2010 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Almelo (LJN: BN0055, 111751/ KG ZA 10-129) zelfs overwogen dat de aanwezigheid in het gehuurde van vele attributen, benodigd voor een hennepkwekerij, als ook potgrond, bloembakken en plantresten van hennepplanten al voldoende is om vast te stellen dat huurder op bedrijfsmatige wijze hennep in het gehuurde heeft gekweekt. Het feit dat de politie tijdens een inval geen volledige kwekerij heeft aangetroffen, maakt dit volgens de voorzieningenrechter niet anders.
Het exploiteren van een hennepkwekerij is veelal in strijd met de huurovereenkomst en de van toepassing zijnde algemene bepalingen. Bovendien is het op grond van de opiumwet strafbaar gesteld. Een henneptelende huurder pleegt een wanprestatie jegens verhuurder en geeft daarmee een grond voor beëindiging van de huurovereenkomst.
In het geval huurder niet instemt met de beëindiging, kan verhuurder ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vorderen in een zogenaamde bodemprocedure. Indien er sprake is van een spoedeisend belang kan vooruitlopend op de vordering tot huurbeëindiging in een bodemprocedure eventueel ook reeds ontruiming van het gehuurde worden gevorderd in een kort geding. Dit heeft als voordeel dat huurder het gehuurde eerder dient te verlaten en dus eventuele schade wordt beperkt.