26 november 2018

Geldigheid van besluit aandeelhouders

Door Christiaan Mensink

De organisatiestructuur van een vennootschap en de verhoudingen tussen haar organen, worden bepaald door de wet en de statuten van de vennootschap.

Daarin is onder meer vastgelegd dat de vennootschap wordt geleid door het bestuur, en dat het bestuur wordt benoemd en ontslagen door de vergadering van aandeelhouders.

Ook kunnen de statuten voorschrijven dat het bestuur instructies van de aandeelhoudersvergadering moet opvolgen op bepaalde beleidsterreinen, en dat bepaalde besluiten door de aandeelhoudersvergadering moeten worden goedgekeurd. Maar kun je in een aandeelhoudersovereenkomst deze wettelijke regeling m.b.t. ontslag van bestuurders omzeilen?

>> Heeft u een vraag over dit onderwerp? Laat hier uw gegevens achter. <<

Aandeelhoudersovereenkomst

Het is mogelijk om buiten de statuten van de vennootschap om een aandeelhoudersovereenkomst te sluiten, waarin de aandeelhouders onderling afspraken maken over hun onderlinge verhoudingen. Deze aandeelhoudersovereenkomst is een aanvulling op de statuten, en heeft dezelfde wettelijke “status” als een statutaire regeling als het afspraken betreft die de organisatiestructuur van de vennootschap (nader) vormgeven. Het betreft dan dus niet louter verbintenisrechtelijke afspraken die bij niet-nakoming tot een schadeclaim zouden kunnen leiden maar desondanks wel geldig zijn, maar dwingende bepalingen: besluiten in strijd met die afspraken zijn dan nietig / ongeldig.

Dwingend voorgeschreven regels

Sommige wettelijke voorschriften over de verhoudingen binnen de vennootschap zijn dwingend: daarvan kan dus niet worden afgeweken. De wettelijke bepaling geldt altijd, en een afwijkende bepaling in de statuten is nietig (van rechtswege ongeldig). Andere wettelijke voorschriften zijn regelend van aard; daarvan mag in de statuten dus wel worden afgeweken. alleen zonder andersluidende regeling in de statuten geldt de wettelijke bepaling. Eén van de dwingende bepalingen betreft de besluitvorming over ontslag van bestuurders. Daarover bepaalt art. 2:244 BW dat de statuten kunnen regelen dat een besluit tot ontslag van bestuurders slechts genomen kan worden met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen, maar dat die voorgeschreven meerderheid nooit groter mag zijn dan twee-derde (2/3). Wat nu als de aandeelhouders in een vennootschap in een aandeelhoudersovereenkomst hebben afgesproken dat een besluit tot ontslag van bestuurders “slechts genomen kan worden met unanimiteit van de stemmen”? Is deze bepaling geldig, of ongeldig omdat die in strijd is met het (dwingend recht!) wettelijke maximum van een versterkte meerderheid van 2/3?

Wat zegt de rechter?

In een procedure die speelde bij het Gerechtshof Amsterdam kwam dit aan de orde. Redblue IT BV had vier aandeelhouders, elk voor 25%, die alle vier ook bestuurder waren. Drie van de vier aandeelhouders wilden de vierde als bestuurder ontslaan. De vierde aandeelhouder heeft daarop een kort geding gestart, waarin hij met een beroep op de aandeelhoudersovereenkomst vorderde de aandeelhoudersvergadering Redblue IT B.V. te verbieden hem te ontslaan. De Rechtbank Amsterdam nam – terecht – als uitgangspunt dat de afspraak in de aandeelhoudersovereenkomst doorwerkt in de vennootschappelijke verhoudingen. Dit vloeit voort uit de wet (art. 2:8 BW), op grond waarvan betrokkenen bij de vennootschap zich redelijk en billijk ten opzichte van elkaar dienen te gedragen. Alleen bijzondere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat onverkorte naleving van de aandeelhoudersovereenkomst niet van aandeelhouders kan worden verlangd. Deze bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld als het belang van de vennootschap bij handhaving van de aandeelhoudersovereenkomst ernstig wordt geschaad, deden zich in dit geval echter niet voor. In eerste aanleg oordeelde de Rechtbank nog dat de eis van unanimiteit van stemmen voor het ontslag van bestuurders weliswaar niet in de statuten mag worden opgenomen, maar wel in een aandeelhoudersovereenkomst. Daarom zou nakoming van die afspraak ook worden afgedwongen.

In hoger beroep draaide het Gerechtshof die beslissing terug. De wet heeft duidelijk een regeling willen geven voor de mogelijkheid van de aandeelhoudersvergadering om bestuurders te ontslaan. Het wettelijk maximum van 2/3 is opgenomen, om te voorkomen dat slechts een kleine minderheid van de aandeelhouders het ontslagbesluit kan tegenhouden. Dit maximum kan niet worden omzeild in een aandeelhoudersovereenkomst. Dit betekent dat de drie aandeelhouders toch mogen besluiten tot ontslag van de vierde aandeelhouder, ondanks dat de aandeelhoudersovereenkomst unanimiteit voorschreef.

Niet alle afspraken zijn wettelijk toegestaan, waardoor gemaakte afspraken achteraf ongeldig blijken te zijn. Let dus goed op bij het maken van afspraken in een aandeelhoudersovereenkomst, om verrassingen achteraf te voorkomen.

Christiaan Mensink

Christiaan Mensink

Advocaat/partner

‘Superspecialist, gericht op samen winnen’