2 december 2013
De kamer wil af van de gemeenschap van goederen.
De VVD, PvDA en D66 willen dat alles wat voorafgaand aan het huwelijk door de man c.q. de vrouw is opgebouwd, bij scheiding van die echtgenoot blijft en niet verdeeld behoeft te worden. Mensen trouwen later, hebben vaak al enig bezit en er wordt veel meer gescheiden. Reden voor deze partijen om het bestaande systeem eens onder de loep te nemen.
Normaliter wanneer mensen trouwen zonder eerst naar een notaris te zijn geweest voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden, wordt getrouwd in algehele gemeenschap van goederen. Alles wat partijen voor het huwelijk hadden en tijdens het huwelijk verkrijgen, wordt gemeenschappelijk, behoudens indien bij schenkingen of nalatenschappen uitdrukkelijk iets is bepaald. Wanneer partijen gaan scheiden en geen sprake is van een door uitsluiting verkregen erfenis of schenking, moet alles in principe fifty/fifty worden verdeeld. Het maakt daarbij dus niet uit wie wat voor en/of tijdens het huwelijk heeft aangebracht, inbrengt of verwerft. Voorbeeld: De man koopt voor het huwelijk een woning ad € 300.000,–, waarop een hypotheek wordt gevestigd van € 200.000,–. Daarnaast wordt aan eigen geld een bedrag ad € 100.000,– ingelegd. De man gaat vervolgens trouwen zonder vooraf huwelijkse voorwaarden te hebben opgemaakt, aldus trouwt de man met de vrouw in gemeenschap van goederen. Bij scheiding dient de woning verdeeld te worden. De man wil in de echtelijke woning blijven wonen. De woning wordt getaxeerd op een bedrag ad € 275.000,–. Door de gevestigde hypotheek ad € 200.000,– bedraagt de overwaarde derhalve € 75.000,–. In het kader van de verdeling dient de man aan de vrouw een bedrag ad € 37.500,– te voldoen. De vrouw heeft derhalve een vordering op de man. In bovengenoemd voorbeeld komt de vrouw er zeer goed vanaf. De vrouw heeft geen enkel bedrag behoeven te investeren, maar heeft wel recht, bij echtscheiding, op de helft. De man echter niet. De man heeft in feite verlies geleden en zal, naar het zich laat aanzien, de woning moeten verkopen opdat hij het verschuldigde bedrag aan de vrouw kan uitkeren.
Door het opstellen van huwelijkse voorwaarden kan worden afgeweken van de hierboven genoemde wettelijke regeling van de gemeenschap van goederen waardoor bovenstaande situatie kan worden voorkomen. In de huwelijkse voorwaarden kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat alles wat partijen voorafgaande aan het huwelijk hebben opgebouwd, blijft bij degene na echtscheiding die dit goed of geld al voor het huwelijk bezat. Dat kan in veel gevallen een goede keuze zijn.
D66, PvDA en de VVD werken op dit moment aan een wetsvoorstel. Als het aan deze partijen ligt dan krijgt een ieder die trouwt een “standaard” huwelijkscontract. Schulden en bezittingen van voor het huwelijk blijven bij echtscheiding privé, net als ontvangen schenkingen en er erfenissen gedurende het huwelijk. Wie toch in gemeenschap van goederen zou willen trouwen, dient alsdan naar een notaris te gaan. In feite een omkering van de bestaande situatie en in nagenoeg alle landen om ons heen bestaat dit systeem al heel lang. Mede door de internationalisering van onze maatschappij nog een argument om eens kritisch naar het bestaande systeem te kijken. Mocht u vragen hebben over deze weblog of andere zaken op het gebied van personen- en familierecht dan kunt u vanzelfsprekend contact met ons opnemen. Deze weblog is geschreven in nauwe samenwerking met Bianca Kok-Beekhuizen, legal assistant van de sectie familie- en erfrecht.