13 juni 2011
Ook voor de alimentatieplichtige ondernemer kan de financiële crisis gevolgen hebben. Met name bij de alimentatieberekening.
De bepaling van de alimentatie die een ondernemer – meestal de man – moet betalen, is afhankelijk van de behoeftebepaling van de vrouw en eventuele kinderen en de draagkracht van de man. Bij de draagkrachtbepaling speelt het inkomen van de alimentatieplichtige een cruciale rol. Maar wat wordt als inkomen van een ondernemer aangemerkt?
Bij de inkomensbepaling van de eigenaar van een eenmanszaak wordt meestal uitgegaan van de gemiddelde winst uit onderneming van de afgelopen 3 jaar. Meestal. Want als hij meer dan wel minder aan de onderneming heeft onttrokken dan de behaalde winst, kan het zo zijn dat deze onttrekkingen maatgevend zijn voor het bepalen van het inkomen.
Het inkomen van een grootaandeelhouder wordt niet alleen bepaald door zijn salaris, dat marktconform moet zijn, maar ook door de opnamen via de rekening-courant en eventuele dividenduitkeringen. Zelfs als in de praktijk geen dividenduitkeringen zijn gedaan, maar dit wel van de DGA verwacht had kunnen worden met het oog op zijn alimentatieplicht, kan de rechter van deze fictieve situatie uitgaan en het inkomen hiermee verhogen. Van groot belang is voorts hoe zijn bedrijf er voor staat, waarbij uitgangspunt is dat de continuïteit van de onderneming geen gevaar mag lopen. Die continuïteit kan in gevaar komen door de financiële crisis. Om die continuïteit toch te kunnen waarborgen, kan het dan ook gerechtvaardigd zijn dat de DGA zichzelf een lager salaris toekent. En dat heeft wellicht een matiging van de alimentatiebepaling tot gevolg.
Indien u in gemeenschap van goederen bent getrouwd, valt uw onderneming in de gemeenschap. Bij een echtscheiding zal de onderneming derhalve verdeeld moeten worden waartoe een waardebepaling dient plaats te vinden. Zelfs als u onder het maken van huwelijkse voorwaarden bent getrouwd, kan het toch zo zijn dat uw onderneming verrekend moet worden. Denk aan het verrekenbeding! Bij een eenmanszaak wordt het ondernemingsvermogen gewaardeerd en bij een BV de waarde van de aandelen.
Zowel bij de vermogensrechtelijke afwikkeling van een echtscheiding, als bij alimentatiebepaling spelen kasstromen een steeds grotere rol. Een negatieve kasstroom als gevolg van de financiële crisis bijvoorbeeld zal invloed hebben op het inkomen en dus de draagkracht en daarmee op de alimentatiebepaling. Bij de waardebepaling van de onderneming wordt steeds vaker uitgegaan van de ‘discounted cashflowmethode’. Indien uw onderneming financieel te lijden heeft als gevolg van de financiële crisis, zal de onderneming een lagere waarde vertegenwoordigen. Eventuele uitkoop in het kader van een echtscheiding zonder dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt, zal dan ook lastig te realiseren zijn..
Als een ondernemer al enige tijd gescheiden is en zijn bedrijf de gevolgen ondervindt van de crisisjaren, kan dat aanleiding zijn om een verzoek tot verlaging van de bestaande alimentatie te doen. Een dergelijk verzoek wordt over het algemeen gehonoreerd indien de ondernemer kan aantonen dat het slechter gaat met de onderneming dan ten tijde van de scheiding én zijn inkomen om die reden is teruggelopen.
Zie ook de eerdere weblogs Gevolgen crisis voor echtscheidingen, delen 1 en 2.