18 maart 2012

Gevolgen faillissement echtgenoot veranderd

Door Gilyan Parker

Faillissementen van privé-personen hebben grote gevolgen.

De rechtbank stelt een curator aan die de zeggenschap krijgt over de eigendommen van de gefailleerde persoon, en verkoopt die. Auto’s worden verkocht, spaargelden worden opgenomen, en andere spullen van waarde zal de curator te gelde maken. Als de gefailleerde persoon (mede) eigenaar van een huis is, zal dat in de regel ook worden verkocht om de hypotheek af te lossen en de eventuele overwaarde te verdelen onder de overige schuldeisers. Mede om dit te voorkomen, kiezen mensen er steeds vaker voor om te trouwen op huwelijkse voorwaarden (geen gemeenschap van goederen). Dat werkt tot verrassing van zeer velen echter niet altijd.

Terugneemrecht echtgenoot

Artikel 61 Faillissementswet bepaalt dat de echtgenoot van een gefailleerde persoon alle goederen kan terugnemen die niet in een huwelijksgoederengemeenschap vallen. Dit geldt ook voor goederen die zijn aangekocht met gelden die aan de echtgenoot toebehoorden en buiten de gemeenschap van goederen vielen, maar alleen als de echtgenoot dat “ten genoegen van de rechter” kan bewijzen. Tot en met vorige jaar betekende dat als de failliete persoon ook maar iets had betaald aan bijvoorbeeld de hypotheekrente van het huis dat volledig eigendom was van zijn echtgenoot, de curator toch het huis kon opeisen en verkopen ten behoeve van het faillissement. De overwaarde was voor de curator; de niet-failliete echtgenoot was alles kwijt. No matter hoe onrechtvaardig dat ook mocht uitpakken. Voor voorbeelden van de extreme werking van dit oude wetsartikel verwijzen we naar  http://bit.ly/FR4XBN en http://bit.ly/x2E7a2.

Wetswijziging per 1 januari 2012

Per 1 januari 2012 is art. 61 Fw. aangepast. De echtgenoot kan nu alle goederen uit het faillissement terugnemen(of beter gezegd: houden), als de koopprijs daarvan voor meer dan de helft ten laste van die echtgenoot is gekomen. Voor een voorbeeld hoe dit in de praktijk uitwerkt zie http://bit.ly/xsVekH. Met deze wetswijziging wordt de ergste onredelijkheid van deze wetsbepaling weggenomen. Nog steeds geldt echter dat een huis (of auto, of enige andere zaak) die eigendom is van de echtgenoot, maar waarvoor de failliete persoon mede aansprakelijk is (bijvoorbeeld in de hypotheekakte), en waarvan de hypotheekrente steeds uit het gezamenlijke inkomen is betaald, door de curator kan worden verkocht zonder dat de echtgenoot een deel van de overwaarde ontvangt.

Een rechtvaardige oplossing?

Een rechtvaardiger oplossing zou zijn, als dit gezamenlijk eigendom van de failliete persoon en zijn/haar echtgenoot als een normale “bijzondere gemeenschap” wordt behandeld. De curator kan dan verdeling van die gemeenschap vordering bij de rechtbank, waarbij de echtgenoot ofwel het aandeel van de failliete persoon in de (getaxeerde) overwaarde dient te vergoeden aan de curator, danwel het huis door de curator wordt verkocht waarna de overwaarde pro rato wordt verdeeld tussen de curator en de echtgenoot. Nu de wetgever zo recent niet voor deze oplossing heeft gekozen, blijft deze redelijke uitkomst vooralsnog toekomstmuziek.

Deze weblog is geschreven door Christiaan Mensink en Marjet Groenleer.

Gilyan Parker