29 maart 2018
Op grond van de Nederlandse wet kan de rechter bij een echtscheiding oordelen dat de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud moet betalen. Kort gezegd: partneralimentatie.
De grondslag hiervoor is de lotsverbondenheid tussen echtgenoten. In deze blog vertellen we meer over wangedrag en in hoeverre dit van invloed kan zijn op de partneralimentatie.
Voor de vraag of de ene echtgenoot aan de ander partneralimentatie moet betalen, dient, naast de financiële factoren, ook rekening te worden gehouden met de niet-financiële factoren, zoals de gedragingen van de echtgenoten. Dit kan er toe leiden dat grievend gedrag of wangedrag van de alimentatiegerechtigde tot de conclusie leidt dat aan iedere lotsverbondenheid tussen de echtgenoten een einde is gekomen. In een dergelijk geval kan worden geoordeeld dat de partneralimentatie dient te worden beëindigd of te worden gematigd.
In het algemeen geldt, zo blijkt onder meer uit een arrest van het hof ‘s-Hertogenbosch, dat bij de beoordeling in een concreet geval of wangedrag zich voordoet, terughoudendheid is vereist, mede gelet op het onherroepelijke karakter van beëindiging dan wel matiging van de alimentatieverplichting. Verder dient bedacht te worden dat het op zichzelf niet ongebruikelijk is dat een relatiebreuk dan wel echtscheiding gepaard gaat met de nodige emoties. Niet iedere vorm van grievend gedrag is daarom aanleiding om de onderhoudsverplichting te matigen of te beëindigen.
Bij de beoordeling of zich in een concreet geval wangedrag voordoet, dienen dus alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Bent u benieuwd hoe bovenstaande op uw situatie van toepassing is? Bij vragen kunt u gerust contact met mij opnemen.