26 januari 2012
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) moet van het Gerechtshof Den Haag haar algemeen directeur, mevrouw Albayrak, weer toelaten tot het werk.
Dat er inmiddels (tijdelijk) een ander is benoemd, staat daar volgens het hof niet aan in de weg en daarvoor vinden partijen vast wel een werkbare oplossing want “waar een wil is, is een weg”, aldus het hof.
Het COA had Albayrak op non-actief gesteld vanwege kortweg het in de publiciteit komen van haar salaris dat boven de Balkenende-norm ligt en berichten over een angstcultuur onder haar leiding. Die non-activiteit mag volgens de CAO maximaal 2×2 weken duren (voor zover van toepassing op deze bijzondere situatie). Vanwege de publiciteit over haar salaris wilden het COA en Minister Leers allerlei onderzoeken laten verrichten. Gedurende die tijd is het volgens het COA beter als Albayrak niet in de organisatie rondloopt. Daar kan het hof zich tot op zekere hoogte iets bij voorstellen.
Maar dat laat onverlet volgens het hof dat het COA wel rekening moet houden met de belangen van Albayrak. Zij heeft er belang bij zo kort mogelijk niet te werken. Een werkgever mag een werknemer niet naar huis sturen als dat niet apert noodzakelijk is. Die noodzaak ziet het hof niet (meer) in de tijd van de verdere onderzoeken naar de organisatiestructuur van het COA. Dat er misschien al sprake is van een deuk in het wederzijdse vertrouwen staat niet in de weg aan opheffing van de non-activiteit. Vanaf 1 maart 2012 moet het COA Albayrak weer toelaten, op straffe van een ongemaximeerde dwangsom van € 5.000,- per dag.
Het hof geeft in algemene zin aan dat een werkgever terughoudend moet omgegaan met het op non-actief stellen van een werknemer. Non-activiteit schaadt het aanzien en de positie van de werknemer; het werkt diffamerend. Het hof geeft aan dat bij een non-actiefstelling mag worden verwacht dat de werkgever eerst de werknemer de kans geeft zijn zienswijze te geven. Meer dan eens hebben andere rechters overwogen dat non-activiteit (schorsing) dicht aan zit tegen ontslag op staande voet en met dit laatste moet – aldus die rechtspraak – ook terughoudend worden omgegaan. Eind vorig jaar heeft het Gerechtshof Leeuwarden bijvoorbeeld geoordeeld dat een goed werkgever, een werknemer alleen tegen zijn wil de mogelijkheid mag onthouden om de arbeid te verrichten als de werkgever daarvoor een zwaarwegende grond heeft. Een recht op werk wordt dan misschien niet erkend, het zit er soms wel dicht tegen aan.
Interessant aan de uitspraak is ook dat aan de orde komt het in december 2011 door de Tweede Kamer aanvaarde wetsvoorstel tot beperking van het salaris en de ontslagvergoeding van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector, waaronder het COA ook valt. Onderdeel van dat wetsvoorstel is beperking van het salaris tot de Balkenendenorm, ongeveer € 190.000,- bruto per jaar en de ontslagvergoeding op € 75.000,- bruto. Dit wetsvoorstel (nr. 32600) tast beloningen die vóór de inwerkingtreding van die wet zijn afgesproken, niet aan. Tijdens non-activiteit moet salaris worden doorbetaald dus ondertussen ontvangt Albayrak nog steeds haar (hogere) salaris. Interessant is wat er gebeurt met een eventuele ontslagvergoeding als beëindiging van de arbeidsovereenkomst de weg is, die beide partijen willen. Daarop is die 75.000-grens uit het wetsvoorstel niet van toepassing. De vraag is dus wat er rond 1 maart 2012 uit de bus komt. En ook hoe de Eerste Kamer denkt over dit wetsvoorstel normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.