2 september 2007

Managementovereenkomst of arbeidsovereenkomst?

Door Gilyan Parker

Op 13 juli 2007 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag of een managementovereenkomst gekwalificeerd kon worden als arbeidsovereenkomst.

De kwestie werd opgeworpen door het pensioenfonds PGGM als derde-belanghebbende. In casu ging het om de vraag of de directeur van de Stichting Thuiszorg, wiens management BV een managementovereenkomst heeft met deze Stichting, op grond van de verplichtstelling die geldt voor alle werknemers van de Stichting moet deelnemen in de pensioenregeling met PGGM. Het verrassende antwoord op deze vraag is: ja, er is sprake van een arbeidsovereenkomst en dus verplichte deelname.

Voor alle werknemers in de zorgsector geldt dat zij verplicht zijn aangesloten bij PGGM. Daarvoor draagt de werkgever premies aan PGGM af. PGGM stelde dat de directeur van de Stichting Thuiszorg feitelijk werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst en dat de Stichting daarom pensioenpremies voor hem moest afdragen. De kantonrechter was het met deze stelling niet eens en oordeelde dat alleen natuurlijke personen als werknemer partij bij een arbeidsovereenkomst kunnen zijn.

PGGM gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag en met succes. Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen de Stichting en de directeur overweegt het Hof dat het niet alleen aankomt op de bedoeling van partijen bij het sluiten van de overeenkomst, maar tevens op de wijze waarop vervolgens aan die overeenkomst uitvoering is gegeven. Het Hof oordeelt dat de uitvoering van de overeenkomst zodanig is vormgegeven dat sprake is van ondergeschiktheid van de directeur. Bovendien dienden de werkzaamheden persoonlijk door de directeur te worden verricht. De managementfee kon hierbij als tegenprestatie worden beschouwd. Op grond van deze omstandigheden concludeert het Hof dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen de Stichting en de directeur.

Nadat de Stichting cassatie instelde, kwam ook de Hoge Raad tot de conclusie dat niet een enkel kenmerk van een bepaalde rechtsverhouding beslissend is, maar dat het gaat om een totaaloordeel. Daarbij is de kwalificatie die partijen aan hun rechtsverhouding hebben gegeven niet zonder meer doorslaggevend.

Hieruit blijkt dat het verrichten van werkzaamheden op basis van een managementovereenkomst niet zonder risico’s is. Het vooraf inwinnen van juridisch advies hierover is dan ook zeer aan te raden.

Gilyan Parker