27 november 2012
Zonder het te weten zitten we vaak al in de Cloud, bijvoorbeeld met web based e-mail, Facebook, Spotify en voor sommige digibeten zelfs ICloud (what's in a name).
Cloud computing is een verzamelnaam voor verschillende technologieën en dienstenmodellen die erop gericht zijn diensten en applicaties via het internet te verstrekken. Het online ontsluiten van hardware, software en data is populair. De gebruiker is online. Zulk soort diensten kunnen zeer gemakkelijk geleverd, uitgebreid of aangepast worden. Vaak gratis of relatief goedkoop. Maar er is ook een keerzijde. De Cloud is toch een beetje het juridisch onbekende deel van het Internet waarlangs de gegevensverwerking verloopt. De EU wil niettemin met een Cloud strategie bedrijven overhalen die zich laten afschrikken uit vrees voor de veiligheid van hun gegevens of problemen bij het overschakelen op een andere provider.
In een eerdere weblog (Cloud computing: maak uw contracten up to date) heb ik al eens aangegeven dat naar cloud computing met een andere juridische bril moet worden gekeken dan naar de klassieke it-contracten. Er zijn andersoortige risico’s.De Europese Commissie wil nu een deel van die risico’s ondervangen en tot uniforme regels komen om de populariteit van cloud computing onder Europese bedrijven te verhogen.De vier hoofddoelstellingen van deze strategie zijn:
De modelcontracten zijn aardig, maar het zal lastig zijn de Amerikaanse voorsprong in leveranties om te buigen. Cloud contracten laten de gebruikers meestal alleen de keuze te beslissen om de overeenkomst wel of niet aan te gaan. Meer smaken zijn er dan niet. Op de inhoud van de overeenkomst, hebben de potentiële gebruikers weinig tot geen inbreng. De gebruikers zien hun contractuele rechtsverhouding met een leverancier vaak onderworpen aan een buitenlandse wet, áls de contractsvoorwaarden met die simpele muisklik op een button al worden gelezen. De Cloud dienstverlening is dan van begin af aan voor de gebruiker een procedureel nadeel. Eventueel gelijk is te halen in een overzeese rechtbank. Ga daar maar aanstaan.
Wil de EU slagen in haar strategie, dan zal zij niet alleen de gebruiker moeten overhalen, maar vooral ook leveranciers streng moeten kunnen toespreken. Door een vuist te maken. En dat kan alleen als er volume is bij de gebruikers. De macht van de getallen gaat dan spreken. In dat kader is ook het slim samenwerken aan ICT programma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) interessant. Zij stellen zich ten doel de bestuurskracht van gemeenten te versterken met verbetering van de gemeentelijke dienstverlening en van de relatie tussen burger en overheid. Een mond vol, maar duurzaam samenwerken aan informatievoorziening biedt het schaalvoordeel dat nodig om naar belangrijke leveranciers ook echt een vuist te maken. Dat scherpt de aandacht voor contactuele belangen van gebruikers.