23 februari 2011

Ontruiming sociale huurwoning per definitie spoedeisend?

Door Gilyan Parker

Een gerechtelijke procedure is vaak een langslepende kwestie.

In de wereld van huur- en verhuur is het verhuurders veelal een doorn in het oog dat een tekortschietende huurder die weigert vrijwillig te vertrekken, hangende een procedure om tot ontbinding van de huurovereenkomst te komen, eenvoudigweg in het gehuurde kan blijven.

Enkel in spoedeisende gevallen (en indien voldoende aannemelijk is dat de huurovereenkomst in de bodemzaak zal worden ontbonden) kan door middel van een kort geding ontruiming op voorhand worden bewerkstelligd. Vaak is dit spoedeisende belang evenwel niet eenvoudig aan te tonen. De enkele wens van een verhuurder om krachtig op te treden tegen wantoestanden, is voor een rechter niet per definitie spoedeisend. Hoeveel spoed kan een verhuurder bijvoorbeeld redelijkerwijze hebben bij het vertrek van een huurder die illegaal heeft onderverhuurd? En van hoeveel daadwerkelijke spoed kan gesproken worden indien een huurder overlast veroorzaakt?

In dit kader heeft de rechtbank Amsterdam een opvallende uitspraak gedaan. In dit geval had een sociale verhuurder een huurovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd omdat de huurder bij het aangaan van de huurovereenkomst valse gegevens zou hebben verstrekt. In kort geding vorderde de verhuurder ontruiming van de gehuurde woning. De huurder verweerde zich (onder meer) door te betwisten dat de verhuurder een spoedeisend belang had bij de ontruiming van de woning. De Voorzieningenrechter oordeelde evenwel baanbrekend door te overwegen dat een ontruimingsvordering van een sociale huurwoning, gelet op de schaarste op de woningmarkt, per definitie spoedeisend is. De verhuurder hoeft hiervoor dus geen aanvullende omstandigheden aannemelijk te maken, aldus de Voorzieningenrechter.

Onze ervaring tot nu toe is dat de spoedeisendheid van een ontruimings-kort geding wel degelijk in het bijzonder dient te worden aangetoond. Wellicht dat de Amsterdamse uitspraak gezien moet worden in het licht van de uitzonderlijke krapte op de Amsterdamse woningmarkt ten opzichte van de rest van Nederland. Het is in ieder geval interessant om te bezien of ook overige rechtbanken dit oordeel zullen volgen. In dat geval zou er voor sociale verhuurders wellicht een interessante opening ontstaan om eenvoudiger een snelle ontruiming te kunnen bewerkstelligen.

Gilyan Parker