1 april 2012
De Business Software Alliance (BSA) doet zich vaak voor als een soort softwarepolitie, met bevoegdheden die bij de sterke arm der wet horen.
De BSA is echter geen overheidsorgaan en heeft geen andere bevoegdheden dan ieder andere ondernemer in Nederland. Met een gewone beslagbevoegdheid en wat wapengekletter lijkt het vaak alsof sprake is van een huiszoeking of inval (dawn raid). Meer dan een bezoek van de deurwaarder is het feitelijk niet, al lijkt het met de façade van binnentreden alsof een Autoriteit optreedt, ook omdat een deurwaarder altijd gebruik mag maken van begeleiding door politieagenten. Die vileine overrompelingstactiek wordt gecombineerd met het oprekken van beslagbevoegdheden. Van één vinger naar de hele hand.
Laat duidelijk zijn, het waken tegen software piraterij, is een bonafide taakstelling. Het gebruik van software zonder dat daarvoor de vereiste licenties aanwezig zijn, levert in de regel ook een schending van auteursrechten op. De intimidatie die de façade van Autoriteit vaak meebrengt, zet veel ondernemers in hun rechtsbescherming op het verkeerde been. Het is achteraf lastig het volop meewerken te corrigeren en bij te stellen naar een meewerken dat strooct met de waarborgen die de wet ondernemers óók geeft.
Een goed inkoopbeleid en licentiebeheer is natuurlijk het halve werk. Maar ingewikkelde licenties en algemene voorwaarden tijdverloop, en personeelsverloop zijn ook gemeengoed. Waar verloop nog als ondernemersrisico kan worden weggezet, geldt dat niet voor de inhoud van licenties. Net als het beperken van onderzoeksmacht, kunnen ondernemers ook goed discussie voeren over licentiereikwijdtes (is gebruik wel illegaal, malafide?). Die discussie moet bij een inval feitelijk op de stoep van de onderneming al een begin hebben. Voorkomen moet worden dat het onverwachte bezoek van de BSA-deurwaarder te ver gaat in haar opsporingsdrang. Vaak is ook bijzondere expertise of contra-expertise nodig om vast te stellen óf er wel sprake is van een inbreuk.