9 januari 2017

Verrekenen van inkomen bij een scheiding

Door Susan Meijler

In de meeste huwelijkse voorwaarden is een zogenaamd ‘periodiek verrekenbeding’ opgenomen, meestal gecombineerd met een ‘vervalbeding’.

Dit vervalbeding houdt in dat periodieke afrekening binnen een bepaalde termijn verzocht moet worden, vaak nog tijdens het huwelijk. Hoe ver strekt dit beding bij een echtscheiding als pas dan om afrekening van inkomen wordt verzocht?

Verrekenen van het inkomen van partners

Een periodiek verrekenbeding van inkomen houdt in dat echtgenoten aan het eind van het jaar onder de kerstboom met elkaar moeten afrekenen datgene wat zij van hun inkomen gespaard hebben. Al het inkomen dat resteert nadat alle kosten van de huishouding zijn voldaan, moet 50/50 worden verdeeld. Dit gebeurt in de praktijk zelden en dus moet dit achteraf bij scheiding alsnog gebeuren. Dat brengt buitengewoon ingewikkelde berekeningen en reconstructies met zich waarmee ik u nu niet zal vermoeien.

Vervalbeding

Een periodiek verrekenbeding gaat meestal vergezeld van een vervalbeding. Dat houdt in dat het recht op verrekening van inkomen vervalt als die afrekening niet binnen een jaar (of een aantal jaren) wordt verzocht na het jaar waarop de verrekening betrekking heeft. In een (goed) huwelijk gebeurt dit meestal niet, misschien pas als duidelijk wordt dat er een echtscheiding aan zit te komen, maar dan kan de verrekening slechts betrekking hebben op het jaar voorafgaand aan de scheiding, niet op het (verre) verleden. Feitelijk maakt dit vervalbeding het periodiek verrekenbeding tot een lege huls; tijdens het huwelijk voeren echtgenoten het verrekenbeding niet uit en bij scheiding kan het niet meer omdat het vervalbeding daaraan in de weg staat. Waarom dan nog een periodiek verrekenbeding opnemen in de huwelijkse voorwaarden?

Rechtspraak

De Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland, heeft uitgemaakt dat een vervalbeding gekoppeld aan een periodiek verrekenbeding van inkomen ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ onaanvaardbaar is. Dat betekent dat in principe geen beroep op het vervalbeding kan worden gedaan. Ondanks het vervalbeding zal verrekening van inkomen achteraf ter gelegenheid van de echtscheiding alsnog moeten plaatsvinden, behalve in zeer bijzondere omstandigheden. Dat is precies andersom bij vervalbedingen inzake verrekening van kosten van de huishouding. Daar ben ik in mijn eerdere blog (link) op ingegaan. Een beroep op een dergelijk beding is volgens de Hoge Raad niet zonder meer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Verrekening achteraf van te veel betaalde kosten van de huishouding stuit in principe wel op het vervalbeding. Verrekening van niet-verdeelde overgespaarde inkomsten dus niet.

Periodiek verrekenbeding en vervalbeding

Indien u achteraf verrekening van inkomen wenst op grond van een periodiek verrekenbeding hoeft u het daaraan gekoppelde vervalbeding niet te vrezen, afgezien van zeer specifiek gevallen.

 

Susan Meijler

Susan Meijler

Advocaat

‘Rechtvaardigheid, begrip en vastberadenheid als kompas’