8 september 2015

Vrijblijvend onderhandelen – of toch niet?

Door Gilyan Parker

Een fundamenteel beginsel van de Nederlandse rechtsorde is het beginsel van de contractsvrijheid. Dit beginsel houdt in dat iedereen vrij is om met een ander overeen te komen wat hij of zij wil.

De enige beperking daarbij zijn de kaders van de wet en het fatsoen. Contractsvrijheid betekent tevens dat iedereen vrij is om te besluiten niet met een ander in zee te gaan. In beginsel gaat deze vrijheid zo ver dat men ook nadat men met een ander heeft onderhandeld af kan zien van het sluiten van een contract. Deze vrijheid is echter niet onbeperkt. Onder bepaalde omstandigheden kan het onredelijk zijn om ondanks vergevorderde onderhandelingen af te zien van het sluiten van een overeenkomst. Uiteraard is dit een uitzondering – het beginsel is immers de contractsvrijheid.

Aansprakelijkheid in de precontractuele fase

In de jurisprudentie en de literatuur is een aantal maatstaven ontwikkeld, aan de hand waarvan bepaald moet worden of een partij in de gegeven omstandigheden onrechtmatig handelt door de onderhandelingen af te breken. De Hoge Raad heeft voor het eerst in 1982 bepaald dat het afbreken van de onderhandelingen tot een verplichting tot schadevergoeding kan leiden (HR 18 juni 1982, NJ 1983, 723 Plas/Valburg). In dit arrest onderscheidde de Hoge Raad drie fases. In de eerste fase zijn partijen geheel vrij de onderhandelingen af te breken, zonder dat er de verplichtingen bestaat om reeds gemaakte kosten in het kader van die onderhandelingen te vergoeden. Indien echter door een van de partijen gerechtvaardigd vertrouwen bij de ander is gewekt, dat de overeenkomst tot stand zou komen, kan het afbreken van de onderhandelingen tot een schadevergoedingsverplichting leiden (de tweede fase). Dit kan het geval zijn indien de wederpartij op grond van het door de andere partij gewekte vertrouwen aanzienlijke kosten heeft gemaakt. Onder omstandigheden zal de afbrekende partij (een deel van) deze kosten moeten vergoeden. In de derde fase staat het een partij niet meer vrij om de onderhandelingen eenzijdig af te breken. Gebeurt dat toch, dan zou de afbrekende partij kunnen worden veroordeeld tot door onderhandelen of tot schadevergoeding die zich mede uitstrekt tot het contractsbelang.

Omstandigheden van het geval

De indeling in bovengenoemde fasen blijft echter omstreden. Bovendien is het duidelijk dat de beoordeling wanneer het ongerechtvaardigd is dat een partij van de onderhandelingen afbreekt afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Daarbij spelen de belangen van beide onderhandelingspartijen en de over en weer gemaakte toezeggingen een rol. In 2005 heeft de Hoge Raad echter nogmaals benadrukt dat aansprakelijkheid op grond van het afbreken van onderhandelingen een uitzondering is en niet snel moet worden aangenomen (HR 12 augustus 2005, NJ 2005/467 CBB/JPO). De Hoge Raad gaf daarbij aan dat aansprakelijkheid slechts aan de orde is indien het afbreken van de onderhandelingen als onaanvaardbaar beschouwd moet worden. Daarbij speelt onder andere een rol in hoeverre de afbrekende partij eraan heeft bijgedragen dat de wederpartij op de totstandkoming van een overeenkomst vertrouwde.

Laat u goed adviseren

Uit de lijn van jurisprudentie blijkt vooral dat aansprakelijkheid voor het afbreken van onderhandelingen zeer afhankelijk is van de specifieke omstandigheden van het geval en dat er geen vuistregel te geven is wanneer een partij vrij is de onderhandelingen af te breken en wanneer zij daardoor schadeplichtig wordt. Indien u zelf in een dergelijke situatie komt te verkeren is het dan ook altijd raadzaam een advocaat te raadplegen in hoeverre gemaakte kosten en andere schade op de wederpartij verhaald kunnen worden. Onze specialisten op het gebied van het contractenrecht horen graag hoe de onderhandelingen in uw geval zijn verlopen en adviseren u of u mogelijk een claim heeft.

Gilyan Parker

Gerelateerde blogs

18 augustus 2022

Het belang van het zorgvuldig vastleggen van afspraken in de logistieke dienstverlening

Begin 2021 schakelde Hubbel Lastmile B.V. (“Hubbel”) GMW advocaten in om haar bij te staan/haar te adviseren over het juridische framework. De reden was in verband met de uitbreiding van haar bedrijfsmatige werkzaamheden.

Lees meer

10 mei 2022

Long COVID bij zorgverleners; twee jaar later, wat nu?

Inmiddels weten we veel meer over long COVID dan twee jaar geleden. Long COVID bij zorgverleners is helaas een voorkomend verschijnsel. Maar wat nu? Wat kan u als zorgverlener met long COVID doen? Kunt u schade verhalen op uw werkgever? Onze letselschade advocaat Peter van Eijk vertelt u hier graag meer over.

Lees meer

4 mei 2021

Vergeet de Schadeverzekering Inzittenden niet

"Ik heb geen voorrang verleend en werd met mijn auto aangereden door een vrachtwagen. Het was mijn fout, maar mijn mede-inzittende en ik hebben ernstig letsel opgelopen. Is het nog mogelijk de letselschade die voortvloeit uit dit ongeval vergoed te krijgen?" In deze blog geef ik antwoord op deze vraag.

Lees meer