19 februari 2014
Per 1 januari 2014 is de Warmtewet in werking getreden. De wet heeft aanzienlijke gevolgen voor woningcorporaties en andere eigenaren/verhuurders die zelf aangemerkt moet worden als leverancier van warmte.
Dit is het geval bij gebouwen met stads- of blokverwarming. De Warmtewet is in het leven geroepen om kleinverbruikers van warmte te beschermen tegen te hoge prijzen en een slechte kwaliteit van dienstverlening. De wet is dan ook alleen van toepassing op verbruikers met een aansluiting op het warmtenet van maximaal 100 kilowatt. De meeste huishoudens passen binnen dit criterium.
De Warmtewet legt een groot aantal verplichtingen op aan woningcorporaties en andere leveranciers. Ik noem hier de meest belangrijke:
Indien een leverancier om welke reden dan ook niet meer kan voldoen aan zijn leveringsverplichting, dient hij onverwijld de Minister van Economische Zaken daarvan op de hoogte te stellen. Deze zal alsdan zorg dragen voor een noodvoorziening, zodat de warmtelevering aan de verbruiker gegarandeerd blijft.
De ACM is belast met de uitvoering en het toezicht op naleving van de Warmtewet. Zij kan bij overtredingen de leverancier een last onder dwangsom opleggen, danwel een boete van maximaal € 450.000,- of, indien dat meer is, 1% van de omzet. Het is gezien het bovenstaande van groot belang dat woningcorporaties zich verdiepen in de Warmtewet en hun organisatie daarop aanpassen. GMW Advocaten is daarbij als specialistisch partner graag van dienst.