9 april 2012
Twitter, Linkedin en Facebook doen hun intrede in de arbeidsrelatie.
In 2011 veroordeelt de rechter in Arnhem een werknemer tot betaling van een boete wegens schending van het relatiebeding door via Linkedin contact te leggen met relaties van zijn ex-werkgever (zie ook weblog Hoe link is Linkedin?). De rechter in Arnhem ontbindt in maart 2012 een arbeidsovereenkomst van een werknemer die zich via Facebook weinig vleiend over zijn leidinggevende en zijn werkgever Blokker uit laat.
Werknemers uiten hun frustratie of mening over de werkgever of leidinggevende bij de koffieautomaat, of op een feestje of borrel. Een vrije meningsuiting die over het algemeen een beperkte reikwijdte heeft. Anders kan het worden als de werknemer via social media zijn weinig omfloerste mening uit over een leidinggevende. Zoals in de recente Arnhemse zaak over het feit dat de leidinggevende een werknemer geen salarisvoorschot wilde verstrekken. De werkgever Blokker nam kennis van de negatieve uitlatingen op Facebook en waarschuwde de werknemer dit in het vervolg achterwege te laten. Binnen twee weken plaatste deze werknemer op Facebook weer beledigende berichten over Blokker als zijnde een “hoerebedrijf” en woorden van gelijke strekking. Blokker was hiervan, zeker na de eerdere waarschuwing, niet gediend, schorste de werknemer en startte een procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Er volgde dus geen ontslag op staande voet, maar een “gewone” ontbindingsprocedure.
Deze leidde tot het einde van de arbeidsovereenkomst zónder vergoeding. De rechter oordeelt dat de werknemer Blokker grovelijk heeft beledigd via Facebook en dat dit met vrijheid van meningsuiting weinig te maken heeft, zodat de werknemer geen beroep op dat grondrecht toekomt. Als goed werknemer had hij zich moeten realiseren dat dit soort beledigende uitlatingen onaanvaardbaar zijn in de arbeidsrelatie. Over Facebook merkt de rechter op dat dit geen privédomayn van de werknemer is waarover de werkgever niets te zeggen zou hebben. Het privékarakter van Facebook is zeer betrekkelijk, nu dat in ieder geval voor de Facebook-vrienden toegankelijk is en berichten kunnen worden doorgestuurd. Ook het feit dat de werknemer het bericht al snel weer had verwijderd, kan hem in dit verband niet baten. Zeker als gewaarschuwd mens had hij beter moeten weten.
Uitlatingen van werknemers over de werkgever of collega’s via Facebook, Hyves en Twitter kunnen aanleiding vormen voor ontslag. Een werkgever hoeft immers niet te tolereren dat – de goede naam van – het bedrijf, klanten of collega’s op die manier via het World Wide Web in een kwaad daglicht komen te staan. Evenmin hoeft een werkgever te tolereren dat werknemers via social media vertrouwelijke bedrijfs- of klantgegevens bekend maken. De Arnhemse zaken maken duidelijk dat een werkgever tegen asociale werkgerelateerde uitlatingen op social media kan optreden. Het goed werknemerschap (artikel 7:611 BW) biedt daarvoor al de aanleiding. Via artikel 7:660 BW is het de werkgever toegestaan nadere regels voor de onderneming te stellen. Daarbij kan worden gedacht aan het opstellen van een gedragscode voor social media. Een gedragscode prent de werknemer in algemene zin in wat de mogelijkheden en ook wat de gevaren en (bedrijfs)risico’s van social media zijn. Bovendien geldt het als algemene waarschuwing voor de werknemer. Met of zonder social media gedragscode, het aantal geschillen en procedures over social media op de werkvloer gaat onvermijdelijk toenemen.