10 september 2015
In voorkomende gevallen kan de werkgever een sanctie opleggen aan de zieke werknemer. Deze kan ofwel bestaan uit het stoppen van het loon, ofwel het opschorten van het loon.
Voor beide maatregelen gelden verschillende grondslagen. Dit betekent dat de werkgever niet tussen de loonstop en de loonopschorting kan kiezen, maar één van beide kan toepassen.
De zieke werknemer heeft in beginsel recht op doorbetaling van (een deel van) zijn salaris. Onder omstandigheden kan dit anders liggen. De werknemer heeft geen recht op loon als:
De loonstop houdt in dat de werknemer geen recht heeft op loon zolang als een van de hierboven genoemde situaties voortduurt.
Op een zieke werknemer, alsmede op de werkgever, rusten bepaalde verplichtingen waaraan moet worden voldaan tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid. Leeft de zieke werknemer deze verplichtingen niet na, dan kan de werkgever ook dit onder omstandigheden sanctioneren. De werkgever kan namelijk het loon opschorten gedurende de periode dat de werknemer de werkgever niet in de gelegenheid stelt te controleren of de werknemer wel recht heeft op loon. De hiertoe door de werkgever gegeven voorschriften moeten wel schriftelijk aan de werknemer zijn gegeven, redelijk zijn, en kunnen slechts betrekking hebben op het geven van beperkte informatie. Zo mag van de werknemer niet worden gevraagd wat de aard van zijn ziekte is. Een loonopschorting verschilt van de loonstop, doordat de werknemer, zodra hij alsnog aan zijn verplichtingen heeft voldaan, alsnog recht krijgt over het opgeschorte loon. Het recht op loon vervalt dus niet, maar wordt uitgesteld en – zodra de werknemer voldoet aan zijn verplichtingen – met terugwerkende kracht betaald.
Het komt nog wel eens voor dat de werkgever niet zuiver is in zijn bewoordingen wanneer hij de werknemer sanctioneert, waarbij de termen loonopschorting en loonstopzetting met elkaar worden verward. Dit speelde in een kwestie bij de rechtbank Midden-Nederland van 26 augustus 2015. De werkgever schreef in verschillende brieven aan de werknemer dat het loon werd opgeschort, omdat de werknemer zou weigeren passende arbeid te verrichten. De werkgever meldde hierbij dat de loondoorbetaling weer zou worden hervat op het moment de werknemer de werkzaamheden weer hervatte. De werkgever had bedoeld het loon te stoppen, maar dit ging door de gebruikte bewoordingen niet door: de rechter oordeelde dat van een werkgever, zeker bij het inzetten van een zo ingrijpend middel als de loonsanctie, mag worden verwacht dat hij zijn woorden zorgvuldig kiest. De werkgever had het steeds over een loonopschorting. De werknemer hoefde niet te begrijpen dat het om een loonstop ging. De werkgever diende daarom het als opgeschort beschouwde loon alsnog te betalen.
18 mei 2023
Regelmatig doet zich de vraag voor of een uitlener ter beschikking gestelde werknemers – uitzendkrachten, gedetacheerde werknemers – kan verbieden om bij een inlener in dienst te treden.
Lees meer10 mei 2023
Het is bekend: “Europa” ziet het recht op vier weken doorbetaalde vakantie als een grondrecht. Al jarenlang benadrukt het Hof van Justitie van de EU dit zogeheten wezenlijke beginsel van sociaal recht in de rechtspraak.
Lees meer18 april 2023
Sinds 1 augustus 2022 mogen organisaties de kosten van bepaalde opleidingen en scholing niet meer door middel van een studiekostenbeding in rekening brengen bij medewerkers.
Lees meer