27 augustus 2014
Vaak krijgt een werknemer een ‘auto van de zaak’. Meestal is dit een lease-auto. Bij diefstal of schade aan deze auto ontstaat al snel de vraag wie op moet draaien voor de kosten.
Volgens de Hoge Raad komt de schade die voortvloeit uit eigen nalatigheid of onvoorzichtig gedrag van de werknemer voor rekening en risico van de werkgever indien de werkgever een verzekering heeft afgesloten die deze kosten niet (afdoende) dekt.
In een recente zaak werd de leaseauto van de werknemer gestolen. De werknemer in kwestie, een verzekeringsarts, ging op bezoek bij een goede vriend. Zijn sleutelbos liet hij vervolgens per ongeluk in de voordeur van de woning achter. Toen hij terugkwam, was zijn BMW verdwenen. Wegens grove nalatigheid -het onbeheerd achterlaten van de sleutels- bracht de leasemaatschappij de schade van ruim € 29.149,99 in rekening bij de werkgever.
De werkgever heeft vervolgens in rechte getracht om de kosten op de werknemer te verhalen. De Hoge Raad vond het in deze kwestie echter niet redelijk en billijk om de werknemer op te laten draaien voor de kosten. Voor de Hoge Raad was van belang dat de werkgever expliciet de keuze had gemaakt voor een verzekering waarbij diefstal als gevolg van nalatigheid of onvoorzichtig gedrag niet werd gedekt. De werknemer had geen zeggenschap over deze dekkingsvoorwaarden en was zich bovendien niet (voldoende) bewust van het risico dat hij liep in het geval van diefstal buiten werktijd.
De uitspraak betekent niet dat werkgevers altijd aansprakelijk zijn voor de schade als gevolg van diefstal van een lease-auto buiten werktijd. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval. Indien een werkgever er bewust voor kiest om schade voortvloeiend uit eigen nalatigheid of onvoorzichtig gedrag niet te verzekeren, dan is het advies om de werknemer hier expliciet en schriftelijk op te wijzen. In dat geval kan de werknemer alsnog zélf een aanvullende verzekering afsluiten. Mocht de werknemer hier niet voor kiezen, dan is er een goede kans dat eventuele schade wegens diefstal op deze onvoorzichtige werknemer verhaald kan worden.
Ga naar de uitspraak: HR 11 juli 2014, nr. 13/02861, ECLI:NL:HR:2014:1629.
26 september 2023
In Nederland komt aan de werknemer een grote mate van ontslagbescherming toe. Een uitzondering op de ontslagbescherming geldt voor de werknemer die de pensioenleeftijd bereikt heeft.
Lees meer10 augustus 2023
In de wet staan verschillende ontslaggronden opgesomd. Een werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen als één van deze gronden, of een combinatie ervan, aanwezig is. Bovendien moet duidelijk zijn dat de werknemer niet kan worden herplaatst binnen de organisatie. Eén van de ontslaggronden uit de wet is de verstoorde arbeidsverhouding.
Lees meer20 juli 2023
Kort voor de zomervakantie heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over ontslag op staande voet. Het gaat om de mededelingseis van de dringende reden in de ontslagbrief en over het vorderen van een vergoeding van de op staande voet ontslagen werknemer.
Lees meer