En indien er een proceskostenveroordeling wordt opgelegd door de rechtbank, ontvang ik dan het volledige bedrag ter zake van de door mij gemaakte proceskosten terug? Het antwoord hierop is – kort gezegd – nee. Een partij die in een procedure in het ongelijk wordt gesteld, kan door de (kanton)rechter in de proceskosten worden veroordeeld. In de meeste civiele zaken gebeurt dit ook op voormelde wijze, alleen geldt er in erfrechtzaken een afwijkende regeling. In artikel 237 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is opgenomen dat de proceskosten kunnen worden gecompenseerd, indien er wordt geprocedeerd tussen echtgenoten, geregistreerde partners en bloedverwanten. In veel gevallen in de praktijk in erfrechtzaken is het zo dat ieder der partijen zijn proceskosten zelf dient te dragen. De achterliggende gedachte is dat de afwikkeling van een nalatenschap en alle samenhangende elementen in negen van de tien gevallen samenhangt met persoonlijke en interrelationele problemen. Door de redelijkheid en billijkheid zal niet snel tot een proceskostenveroordeling worden overgegaan. Dat de wederpartij in het ongelijk wordt gesteld betekent niet dat hij een onjuist juridisch verweer heeft gevoerd.
Proceskostenveroordeling
Indien men in erfrechtelijke kwesties een proceskostenveroordeling verzoekt aan de rechtbank, kan deze, onder omstandigheden, worden toegewezen. Recentelijk is in één van mijn erfrechtzaken een proceskostenveroordeling door de rechter toegekend. Ondanks dat het misschien zo lijkt dat alle kosten hiermee worden vergoed, is dat helaas niet zo. De veroordeling in de proceskosten van de verliezende partij betreft niet alle kosten aan rechtsbijstand. De kosten die u aan rechtsbijstand heeft gemaakt, worden namelijk niet vastgesteld op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten, maar worden berekend aan de hand van een speciaal tarief, ook wel het liquidatietarief genoemd. Bij dit tarief worden punten toegekend voor verrichte proceshandelingen en het financieel belang van de procedure.
Vergoeding van de integrale proceskosten
In erfrechtzaken, wordt in het algemeen besloten tot compensatie van de proceskosten, hetgeen inhoudt dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen. De redelijkheid en billijkheid brengt met zich mee dat, zoals hiervoor geschreven, niet snel tot een kostenveroordeling van een der partijen wordt overgegaan. Ook in erfrechtzaken kunnen zich echter gevallen voordoen waarbij het juist in strijd is met de redelijkheid en billijkheid om de proceskosten te compenseren. Wil er sprake zijn van een dergelijke situatie, dan dient zeer duidelijk sprake te zijn van het nodeloos in rechte betrekken van de wederpartij. Ondanks het vorenstaande kan de rechter in erfrechtzaken de in het ongelijk gestelde partij integraal in de proceskosten veroordelen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als duidelijk is dat één van de partijen nodeloos een procedure heeft gestart. Een verdeling van de proceskosten zou dan juist in strijd met de redelijkheid en billijkheid zijn. Ik hoor vaak van advocaten dat een integrale proceskostenveroordeling onmogelijk is. Dit is echter niet waar, met dien verstande dat het wel een uitzondering op de regel is. Op 13 januari 2015 was het gerechtshof Den Haag van mening dat de erfrechtprocedure nodeloos was gevoerd. Het gerechtshof heeft als gevolg hiervan de in het ongelijk gestelde partij volledig veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze weblog is geschreven in nauwe samenwerking met Bianca Kok-Beekhuizen, legal assistant van de sectie familie- en erfrecht.