Wim de Koele van vastgoedonderneming Castle B.V. ontving mij in een vergaderzaal van zijn kantoor. “Gisteren kreeg ik een telefoontje van een huurder van ons die een kledingzaak heeft aan de Paul Krugerlaan,” vertelde hij. “Zijn buurman heeft de afgelopen week een deel van de tuin van dat pand bij zijn restaurant betrokken. Je gelooft het niet. Dus gewoon de keuken van zijn restaurant gebouwd op een stuk grond dat wij in eigendom hebben.” Wim de Koele had met deze huurder een afspraak gemaakt om de situatie te bekijken. Toen wij begin januari op het adres aan de Paul Krugerlaan arriveerden, was de kledingzaak echter gesloten. “Laten we aanbellen bij de bovenburen,” zei mijn cliënt. “Dan kunnen we vanaf de eerste etage zien wat die restauranthouder heeft uitgespookt.”
Nadat we hadden aangebeld, duurde het even voordat de deur werd opengedaan. Een vrouw van middelbare leeftijd in een roze joggingpak verscheen in de deuropening. Ja, wij mochten wel even vanaf het balkon in de tuin kijken. Wim en ik volgden de vrouw door het smalle trapgat, waar klamme was te drogen hing. De vrouw stak een sigaret op en leidde ons door de woonkamer, die volledig volgebouwd was met dozen en spullen. Er was een looppad naar een bank, die voor een enorme televisie stond. “Kom maar even mee, vanaf de tweede verdieping kan je het beter zien,” vertelde onze gids. Op de tweede verdieping loodste zij ons door een zijkamer. Daar zat een man met lang haar in een badjas een sigaar te roken. Ook deze kamer was volgebouwd met stapels stripboeken en dozen. Maar de meeste ruimte werd ingenomen door een tafel met speelgoedtreintjes, waarnaar de man verliefd zat te kijken.
Vanaf het balkon op de tweede verdieping konden wij goed zien dat een deel van de tuin van de woning in beslag werd genomen door een bouwwerk dat behoorde bij het aangrenzende restaurant. Een raam in de aanbouw gaf zicht op de keuken, waar een kok heen en weer liep. Wij wisten genoeg.
Nadat ik de eigenaar van het restaurant schriftelijk gesommeerd had om zijn keuken uit de tuin van mijn cliënt te verwijderen, kreeg ik een e-mail van zijn advocaat, mr. Snugger. “Client Korkmaz heeft het stuk tuin waarop de keuken is gebouwd reeds twaalf jaren in gebruik. Aldus is hij door verjaring eigenaar van de grond geworden. Aan uw sommatie zal derhalve geen gevolg gegeven worden.”
In de rechtszaak die volgde, vorderde ik dat de heer Korkmaz veroordeeld werd om de aanbouw uit de tuin te verwijderen. Voor iedere dag dat hij dat naliet, eiste ik een dwangsom van 1000 euro.
Tijdens de zitting bij de rechtbank Den Haag beet mr. Snugger fel van zich af. “Edelachtbare, er is sprake van verkrijgende verjaring. Mijn cliënt heeft de grond meer dan tien jaar te goeder trouw gebruikt. Daarmee is hij eigenaar geworden.” Rechter mevrouw mr. Keurig nam het woord. “Ik neem aan dat u bekend met de jurisprudentie over dit onderwerp, mr. Snugger. Indien in het kadaster eenvoudig valt te achterhalen wie de eigenaar van een perceel is, kan de gebruiker zich niet op goede trouw beroepen. Castle B.V. heeft een uittreksel uit het kadaster in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij eigenaar van de grond is. Daar strandt uw verweer.”
Mr. Snugger gooide het over een andere boeg. “Indien de vorderingen van Castle B.V. worden toegewezen, betekent dat het faillissement voor mijn cliënt. Dat wilt u toch zeker niet op uw geweten hebben?” De rechter sloeg haar dossier dicht. “De wet is hard, maar het is de wet,” luidt een oude rechtsspreuk. En dat is vandaag niet anders, mr. Snugger.”