Het was fascinerend om een rondleiding te krijgen in het bedrijf van mijn cliënt Phil Brick aan de rand van Den Haag. In een enorme bedrijfshal stond een aantal robots. Daar omheen liepen tientallen werknemers.
Zij waren druk in de weer met ventilatieroosters, beugels, lampenkappen en winkelmanden, die door de robots werden uitgespuugd. “We programmeren de machines en voeren draadstaal in. Dan rolt het gewenste product er na een paar minuten uit”, vertelde Brick. “De opdrachten komen uit de hele wereld”. Maar succes gaat zelden zonder strijd. Toen mijn cliënt zijn fabriek wilde uitbreiden, kreeg hij te maken met energieleverancier Elektra. De organisatie had een stukje grond van Brick gehuurd, waarop een energiehuisje stond. Dat leverde stroom aan de bedrijven en woningen in de omgeving.
Brick stak een Marlborootje op en brandde los: ”Ik heb ervoor gezorgd dat het huisje bij de vergroting van de fabriek kon blijven staan. Natuurlijk heb ik de mensen van Elektra gevraagd of de sloop- en bouwwerkzaamheden invloed zouden kunnen hebben op de stroomleverantie”. Mijn cliënt haalde diep adem: “Ze zijn een paar keer langs geweest. De boodschap was: er kan rustig gesloopt en geheid worden. Dat hebben ze ook in e-mails bevestigd”.
Maar nadat er een aanvang was gemaakt met de heiwerkzaamheden, waren werknemers van Elektra in paniek geraakt. Brick: ”Ze hadden twee knullen gestuurd die net van de middelbare school kwamen. Toen ze dat huisje een beetje zagen schudden hebben die jongens de gemeente gebeld. Binnen een half uur werden de werkzaamheden stil gelegd”. De gemeente vond dat er onderzoek gedaan moest worden naar de veiligheid van het project en dat betekende een bouwvertraging van maanden. Het leverde mijn cliënt een schade op van 100 duizend euro. De uitkomst van het onderzoek was dat er rustig verder gewerkt kon worden. “Ik vind het allemaal goed hoor”, zei Brick met een licht Haags accent, “maar onze vrienden van Elektra gaan die schade vergoeden. Of ik trek persoonlijk hun elektriciteitshuisje uit de grond”.
Onze wederpartij dacht er anders over. Tijdens een bespreking op het kantoor van Elektra liet haar graatmagere, kale advocaat Mr Egbert Gloei er geen misverstand over bestaan. Zijn cliënte zou geen cent betalen. De rechtszaak volgde een paar maanden later in Den Haag. Rechter mevrouw Mr Smart had zich goed ingelezen. “ Mr Gloei, in een e-mail van Elektra van 8 januari 2018 aan Brick staat dat het elektriciteitshuisje bij bouwwerkzaamheden geen gevaar zou lopen. Dat lijkt mij vrij duidelijk, toch?”
Mijn collega beet van zich af. “Die e-mail is geschreven door een niet-deskundige medewerker. Er mogen geen conclusies aan verbonden worden. En ik moet u er op wijzen dat wij gechanteerd worden, Edelachtbare. Brick wil de huurovereenkomst met Elektra beëindigen als wij niet betalen. Het verplaatsen van het elektriciteitshuisje kost tonnen!” Mr Smart keek strak voor zich uit. “Dat is geen chantage maar een logische vervolgstap. Ik stel voor dat u de zaal verlaat en deze zaak onderling regelt”. Mr Gloei was rood aangelopen. De paar haartjes die zijn hoofd sierden, stonden recht overeind. Was het gel of stond mijn collega onder stroom?
Op de gang van het Paleis van Justitie vroeg Mr Gloei aan mijn cliënt: “Wat kost het om deze zaak te schikken? Phil Brick was de vriendelijkheid zelve: ”Honderd duizend euro plus advocatenkosten”. En zo werd de zaak afgekaart.