17 april 2020
Het huurrecht bood verhuurders van woonruimte vóór de coronacrisis in beginsel geen mogelijkheden om een tijdelijke huurovereenkomst eenmalig te verlengen, zonder dat deze daarmee van rechtswege zou gelden als een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Met de spoedwet “Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten” (hierna: “de Spoedwet”) bewerkstelligt het kabinet dat verhuurder en huurder in het coronatijdperk toch een tijdelijke huurovereenkomst kunnen verlengen zonder verstrekkende gevolgen. De Spoedwet is op 16 april 2020 unaniem door de Tweede Kamer aangenomen. In deze blog ga ik in op de belangrijkste aandachtspunten bij deze wet.
Sinds de invoering van de Wet doorstroming huurmarkt op 1 juli 2016, kan een nieuw soort huurovereenkomst voor woonruimte gesloten worden. Het gaat om een huurovereenkomst die is aangegaan voor een bepaalde tijd, korter dan twee jaar. In het geval van kamerverhuur gaat het om een periode van maximaal vijf jaar.
De verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen door de huurder één tot drie maanden voor de einddatum schriftelijk te informeren over de naderende beëindiging. Er is dus géén opzegging of een beroep op de wettelijke opzeggingsgronden vereist. Daar staat tegenover dat de huurder het recht heeft om de huurovereenkomst tussentijds op te zeggen. Als de verhuurder de huurder onjuist, te laat of te vroeg informeert, of indien aansluitend een nieuwe huurovereenkomst met dezelfde huurder wordt aangegaan, geldt deze huurovereenkomst van rechtswege als huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. In dat geval heeft de huurde vergaande huurbescherming en gelden andere regels met betrekking tot beëindiging. Op basis van de huidige wetgeving, zou een verhuurder indien hij instemt met tijdelijke verlenging van de huurovereenkomst vanwege de COVID-19-pandemie, direct vastzitten aan een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd en een huurder die maximale huurbescherming geniet. De Spoedwet biedt een oplossing.
De Spoedwet is van toepassing op tijdelijke huurovereenkomsten korter dan twee jaar (reguliere woonruimte)/vijf jaar (kamerverhuur) waarvan de huurperiode in beginsel verstrijkt na 31 maart 2020 en vóór 1 juli 2020. Op grond van de Spoedwet bestaan er verschillende toepasselijke scenario’s, afhankelijk van het moment van informeren door de verhuurder.
De verhuurder kan het verzoek van de huurder voor verlenging tevens weigeren indien de huurder zich niet als goed huurder heeft gedragen;
Bron: Kamerstukken II, 2019/20, 35431, nr. 3, p. 6.
Wij wijzen u erop dat vanwege de COVID-19-pandemie slechts een beperkt aantal (urgente) zaken in behandeling wordt genomen door de rechtbanken, tevens wordt er in principe niet vóór 1 juni 2020 ontruimd. Dat betekent dat ook indien een huurovereenkomst rechtsgeldig beëindigd is, het nog maar de vraag is of de woning ontruimd zal kunnen worden. Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze weblog, adviseer ik u graag.
6 juni 2023
In Amerika is een ‘robot lawyer’ op de markt gebracht. Een app met juridische informatie die het inschakelen van een advocaat overbodig zou maken. ‘Fight corporations’, ‘find hidden money’, ‘beat bureaucracy’. Dat is wat de robot kan en wil. ‘Sue everybody,’ is het dringende advies.
Lees meer23 mei 2023
Er is sprake van een aanneemovereenkomst als de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verplicht om tegen betaling van een geldsom een werk op te leveren.
Lees meer8 mei 2023
Op 1 oktober 2019 werd er door justitie een inval gedaan in de woning en het kantoor van wethouder en locoburgemeester Richard de Mos.
Lees meer