22 september 2021

Tussentijds opzegbeding onnodig?

Door Seliz Demirci

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan voor het bereiken van de einddatum niet worden opgezegd zonder een tussentijds opzegbeding. Het tussentijdse opzegbeding moet schriftelijk zijn afgesproken in de arbeidsovereenkomst of cao.

Het komt geregeld voor dat een tussentijds opzegbeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ontbreekt, terwijl werknemer en werkgever de arbeidsovereenkomst voortijdig willen beëindigen. Als er géén tussentijds opzegbeding is afgesproken, is de opzegging namelijk niet rechtsgeldig. De opzeggende partij, zowel werkgever als werknemer, kan dan schadeplichtig worden. Daarnaast brengt het de aanspraak op een WW-uitkering in gevaar: het UWV wil voorkomen dat ontslagen werknemers onnodig een beroep doen op een WW uitkering en kan de aanvraag om die reden weigeren. Maar wat als de werkgever en werknemer het eens zijn over de beëindiging en hierover onderling afspraken maken? De arbeidsovereenkomst wordt dan met wederzijds goedvinden beëindigd met een beëindigingsovereenkomst, en er is geen sprake van een formele opzegging. Partijen zijn daardoor niet verplicht om rekening te houden met de opzegtermijn. Ook in deze gevallen is het voor de werknemer een risico om in te stemmen met beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd; het UWV kent de werknemer namelijk pas een WW-uitkering toe per het einde van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, als geen schriftelijk tussentijds opzegbeding is afgesproken.

Contractsvrijheid

Voor dit probleem lijkt in de rechtspraak een oplossing te zijn, zodat de werknemer die instemt met voortijdige beëindiging van zijn contract toch aansluitend WW kan krijgen. Een werknemer was in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 6 mei 2020. Op enig moment sloten de partijen een beëindigingsovereenkomst. Daarin spraken zij af dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen per 31 december 2019. In de arbeidsovereenkomst was in eerste instantie geen tussentijds opzegbeding opgenomen.

Vervolgens vroeg de werknemer een WWuitkering aan. Het UWV besliste dat de werknemer tot 6 mei 2020 geen WW kon krijgen, omdat hij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd had die niet tussentijds kon worden opgezegd. Volgens het UWV zou het recht op WW ook niet eerder ingaan als partijen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst alsnog een opzegbeding in de arbeidsovereenkomst opnemen. De rechtbank besliste in het voordeel van de werknemer. Een arbeidsovereenkomst – ook die voor bepaalde tijd – kan gaandeweg worden aangepast, onder meer door het opnemen van een tussentijds opzegbeding. Volgens de rechtbank staat het alsnog overeenkomen van een tussentijdse opzegging bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst een WW-uitkering niet in de weg. De werkgever en werknemer hebben contractsvrijheid.

Voor de zekerheid toch opnemen in de arbeidsovereenkomst

In bovenstaande uitspraak dacht de rechtbank met de werknemer mee. Ondanks dat een tussentijdse opzegmogelijkheid niet was overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, stond dit volgens de rechtbank WW niet in de weg. Dit is een zekere oplossing voor de situatie waarin u geen tussentijds opzegbeding bent overeengekomen, maar de arbeidsovereenkomst toch eerder wilt beëindigen. Toch is het niet opnemen van een tussentijds opzegbeding in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd risicovol. De besproken uitspraak is ‘slechts’ een uitspraak en staat open voor hoger beroep. In hoger beroep zou de uitkomst anders kunnen zijn.

Advies

Ter voorkoming van onnodige discussies is het advies om voor de zekerheid toch een tussentijds opzegbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, óók wanneer u denkt dat u een geschikte medewerker hebt gevonden. Is die tussentijdse opzegmogelijkheid er niet, bekijk dan of overleg mogelijk is en neem een tussentijds opzegbeding op in de beëindigingsovereenkomst.

 

Meer informatie?

Heeft u een vraag? Neemt u dan gerust contact met mij op.

Rechtbank Amsterdam 11 augustus 2021, ECLI(verkort):4295.

Dit artikel verscheen eerder in Rendement.

Seliz Demirci

Seliz Demirci

Advocaat

‘Duidelijke taal over probleem en oplossing’

Gerelateerde blogs

Vorige slide
Volgende slide

24 februari 2025

Opdrachtgever of werkgever? Extern ondernemerschap telt volledig mee

Is een zzp’er, werknemer of opdrachtnemer? Een wereld van verschil qua rechtsbescherming, financiële en fiscale gevolgen.

Lees meer

Lees meer over

13 februari 2025

Verplichtingen op grond van de Wet Melding Collectief Ontslag

Op basis van de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) bent u verplicht om ontslag van 20 of meer medewerkers binnen drie maanden te melden aan het UWV. In deze blog delen we enkele praktische tips.

Lees meer

Lees meer over

30 januari 2025

Websurfen in de baas zijn tijd

Even een privé-appje beantwoorden, of snel even het nieuws checken tijdens werktijd: we doen het allemaal wel eens. Voor de werkgever in de zaak die het Hof Den Bosch eind 2024 voor zich kreeg, kon dit niet door de beugel en een ontslag op staande voet volgde. Niet terecht, zo oordeelde de kantonrechter én het Hof.

Lees meer

Lees meer over

14 januari 2025

Arbeidsrecht in 2025

Tijd om te kijken welke nieuwe wet- en regelgeving gaat gelden op de werkvloer in 2025. Een kort overzicht, waarin wij ook verwerken welke wijzigingen (nog) niet in gaan gelden, maar waarbij het van belang is als ondernemer daarop te anticiperen.

Lees meer

Lees meer over

7 januari 2025

Speelde chronische ziekte een rol?

Het is aan werkgevers om een tijdelijke arbeidsovereenkomst al dan niet te verlengen. De redenen voor het niet verlengen kunnen divers zijn: de werknemer past niet goed in het team, hij functioneert niet naar wens of er blijkt toch niet voldoende werk te zijn.

Lees meer

Lees meer over
Alle artikelen