4 september 2024
AI-tool voor werkgevers: maak kosteloos uw vaststellingsovereenkomst
GMW Advocaten lanceert een nieuw en gratis hulpmiddel voor werkgevers dat het beëindigen van een arbeidsovereenkomst vereenvoudigt.
Lees meer
9 april 2015
Werkgevers kunnen op verschillende manieren aan een cao zijn gebonden.
Die manieren zijn als volgt:
De werkgever kan op verschillende manieren weer aan de werking van de cao ontkomen, o.a. door:
Vooral ontkomen aan de werking van een Avv-cao is erg moeilijk. Dat is soms ook frustrerend voor een werkgever die mogelijk bewust geen lid is van een werkgeversorganisatie, maar dan toch in perioden van Avv met de cao-verplichtingen wordt geconfronteerd.
Taxibedrijf Blue Taxi is niet door lidmaatschap aan de cao Taxi en cao Sociaal Fonds Taxi gebonden, maar via de Avv van die cao’s. SFT controleert de naleving van deze cao’s en constateert dat Blue Taxi bepalingen over de pauzeregeling niet goed naleeft, waardoor de taxichauffeurs volgens SFT te weinig loon hebben gekregen. SFT vordert bij de rechter naleving van de cao en een schadevergoeding van Blue Taxi.
Blue Taxi probeerde die claim van SFT te ontlopen door met de taxichauffeurs een vaststellingsovereenkomst ex artikel 7:900 e.v. BW te sluiten. Daarin staat:
Blue Taxi stelt hiermee dat de vordering van SFT achterhaald is. Het Gerechtshof Den Haag stelt mijns inziens terecht dat die stelling niet op gaat (ECLI:NL:GHDHA:2015:512). Het is volgens het Hof niet mogelijk om op die wijze af te wijken van een Avv-cao. Weliswaar mogen werkgever en werknemer door een vaststellingsovereenkomst afwijken van dwingend recht – zoals een Avv-cao – maar dat mag alleen ter beëindiging van een reeds bestaand geschil en niet ter voorkoming van een geschil. En dat laatste was juist de strekking van deze vaststellingsovereenkomst. Door een vaststellingsovereenkomst kan dus niet op voorhand de werking van (semi-)dwingend recht, zoals een Avv-cao, worden uitgesloten. Zo’n afwijking van de Avv-cao is nietig volgens artikel 3 Wet avv.
Daar komt nog bij dat het door de chauffeurs afstand doen van eventuele rechten, niet afdoet aan het eigen vorderingsrecht van SFT. Namelijk het wettelijke recht (art. 15 Wet cao en 3 Wet Avv) van elke cao-partij om een vordering in te stellen tegen een gebonden werkgever. SFT, aan wie dit nalevingsrecht door de cao-partijen was overgedragen, is dus niet gebonden aan de vaststellingsovereenkomsten met de chauffeurs.
Een werkgever kan dus niet aan een nalevingsvordering van een cao-partij ontkomen door met één of meer werknemers ter zake van dat onderwerp een vaststellingsovereenkomst te sluiten. De werkgever zou kunnen denken aan een alternatief. Te weten een eigen ondernemings-cao hebben c.q. sluiten met één of meer vakbonden en die als vaststellingsovereenkomst aanmerken, om zo aan een Avv-cao te ontkomen. Ook die route zal gelet op de rechtspraak van de Hoge Raad over de strekking van een vaststellingsovereenkomst niet het gewenste effect hebben; de werkgever is aangewezen op het vragen van dispensatie van de Avv-cao.