15 mei 2025
Ontslag wegens reorganisatie in Nederland
Bent u werkzaam in Nederland en krijgt u te maken met ontslag als gevolg van een reorganisatie? Dit artikel biedt enkele praktische richtlijnen voor deze situatie.
Lees meer
10 april 2025
De onderneming stopt er mee. Bijvoorbeeld door slechte financiële resultaten of door langdurige ziekte of overlijden van de enige eigenaar. Maar de bedrijfsactiviteiten staken en fysiek de deur op slot doen, betekent niet dat de arbeidsovereenkomsten van de werknemers automatisch eindigen. Hoe werkt dat?
“Beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming”, zoals UWV dit noemt in de Uitvoeringsregels, is één van de gronden voor een bedrijfseconomisch ontslag. Dit geeft al aan dat bij bedrijfsbeëindiging de eigena(a)r(en) of directie, in actie moet komen om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomsten te komen. De ondernemer moet namelijk vóóraf toestemming van UWV hebben om de arbeidsovereenkomsten op te mogen zeggen wegens bedrijfsbeëindiging. Start dus tijdig met dit proces, zodat het einde van de arbeidsovereenkomsten samenvalt met het daadwerkelijke einde van de bedrijfsactiviteiten.
Waar moet u dan opletten als stoppend ondernemer? Voorop staat de ondernemersvrijheid: u mag besluiten te stoppen, daar gaat UWV of een rechter niet over.
UWV en eventueel later de rechter wil hier inzicht in hebben om te kunnen toetsen of de activiteiten wel écht stoppen en niet (stiekem) elders, maar dan zonder de werknemers, worden voortgezet.
De wetgever heeft aan UWV niet de mogelijkheid gegeven om een verzoek om toestemming om ontslag wegens bedrijfseconomische redenen, waaronder bedrijfsbeëindiging, te toetsen aan het opzegverbod wegens overgang van onderneming (OvO). Daardoor kan UWV dus toestemming geven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst terwijl er duidelijk sprake is van een OvO; de werknemer kan dan bij de rechter een procedure starten. Een wat bijzondere situatie. In de praktijk zie je bij verzoeken om ontslag wegens bedrijfsbeëindiging en een link met een mogelijke OvO, dat UWV via een omweg tot afwijzing van de ontslagaanvraag komt: namelijk door te overwegen dat de werkgever niet overtuigend heeft aangetoond dat de bedrijfsactiviteiten écht eindigen.
Dit speelde bijvoorbeeld in een procedure eind 2024 van een onderneming in medische en technische hulpmiddelen die bij UWV betoogde dat de bedrijfsactiviteiten worden stopgezet. UWV was er echter niet van overtuigd dat die activiteiten niet toch elders zouden worden voortgezet. Vervolgens kan de werkgever die tot ontslag wegens bedrijfsbeëindiging wil komen, de kantonrechter vragen de arbeidsovereenkomst om die reden te ontbinden. De kantonrechter toetste vervolgens wel aan het ontslagverbod wegens overgang van onderneming. In deze casus stelde de kantonrechter vast dat onder meer de IT-activiteiten nog worden gebruikt en afgenomen door klanten en dus de exploitatie wordt voortgezet. Alle andere bedrijfsactiviteiten zijn volgens de kantonrechter overgegaan naar een ander bedrijf. Toetsend aan de UWV-criteria concludeert de kantonrechter dat de bedrijfsactiviteiten dus niet zijn gestaakt, en er mogelijk sprake is van een OvO. Ook de kantonrechter komt dus niet toe aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst in die procedure.
Van belang is dat de ondernemer in die procedure afscheid wilde nemen van een zieke werknemer. Opzegging van de arbeidsovereenkomst van een arbeidsongeschikte werknemer om bedrijfseconomische redenen is niet mogelijk vanwege het opzegverbod. Tenzij er sprake is van bedrijfsbeëindiging; dan geldt dat opzegverbod niet. Deze werkgever ging dus voor het anker van volledige bedrijfsbeëindiging liggen om tot ontslag van de zieke werknemer te komen. Misschien was er in die procedure overigens wel aanleiding tot een ontslag wegens gedeeltelijke bedrijfsbeëindiging, of een andere bedrijfseconomische reden te komen, maar daar staat dan het opzegverbod wegens ziekte aan in de weg.
De wens tot bedrijfsbeëindiging komt niet uit de lucht vallen. Daar gaan financiële of persoonlijke problemen van de ondernemer, eigenaar, aan vooraf. Desondanks moet de ondernemer bij een einde van de arbeidsovereenkomsten wegens bedrijfsbeëindiging ook de transitievergoeding betalen. Alleen bij faillissement van de onderneming bestaat die verplichting niet. En ook niet als u met de werknemers via een vaststellingsovereenkomst (vso) tot een einde van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfsbeëindiging komt. Hoewel het ook dan wel gebruikelijk is dat een (transitie)vergoeding wordt toegekend door de ondernemer.
In sommige gevallen krijgt u als stoppende ondernemer de betaalde transitievergoeding terug van UWV. Die compensatie is aan de orde als u een onderneming heeft met minder dan 25 werknemers en de onderneming stopt wegens het bereiken van de AOW-leeftijd of overlijden van de eigenaar (bij stoppen wegens ziekte is er dus géén compensatie) en er voor minstens één van de werknemers een ontslagvergunning door UWV is afgegeven.
De wens of noodzaak tot bedrijfsbeëindiging komt niet uit de lucht vallen. Vaak is ook al duidelijk op welke termijn er een einde moet of gaat komen aan de werkzaamheden van de onderneming. Het is van belang om ook al tijdig te beginnen met het voorbereiden op de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten, via vso’s of UWV. Voor begeleiding in dit traject kunt u uiteraard contact opnemen met de specialisten van GMW advocaten.
Voor begeleiding in dit traject of voor andere vragen kunt u uiteraard contact opnemen met de specialisten van GMW advocaten.