2 maart 2023

Administratiekosten bij de totstandkoming van een huurovereenkomst

Door Marie-Christine Veltkamp-van Paassen

Mag een verhuurder administratiekosten in rekening brengen bij het tot stand komen van de  huurovereenkomst? Onlangs kwam deze vraag weer naar voren.

Op 17 februari 2022 deed de kantonrechter in Amsterdam een interessante uitspraak. Huurders hadden een terugbetaling van de bij hen in rekening gebrachte adminstratiekosten gevorderd. De kantonrechter wees dat grotendeels toe. Het ging slechts om een bedrag van € 200,- maar de verhuurder is een grote club waardoor deze uitspraak toch grote gevolgen heeft.

Wettelijk uitgangspunt

Verhuurder verklaarde dat de kosten o.m. zagen op kosten voor een naamplaatje van € 13,50 en voor het overige op (forfaitaire) kosten voor vervanging van het slot, klein onderhoud om de woning gebruiksklaar te maken, de verrichtte bezichtingen van de woning en kosten voor de informatiemap die aan huurders verstrekt was. Verhuurder stelde zich op het standpunt dat hij deze kosten bij de huurders in rekening mocht brengen, omdat de huurders baat hadden bij de verrichtingen. Bovendien stelde de verhuurder zich op het standpunt dat het onredelijk is dat de huurders terugbetaling vorderen. Het alternatief was immers dat verhuurder de kosten had betrokken in de totstandkoming van de huurprijs, en per saldo zouden huurders dan veel meer betalen.

Wettelijk uitgangspunt is artikel 7:264 BW, dat bepaalt dat de verhuurder geen “niet redelijk voordeel” mag bedingen bij het tot stand komen van de huurovereenkomst. De Hoge Raad heeft in 2012 al bepaald dat er sprake is van een “niet redelijk voordeel” als daartegenover geen of slechts een verwaarloosbare tegenprestatie staat.

Maar wanneer is een prestatie nu een tegenprestatie?

De Hoge Raad beantwoordde op 16 juli 2021 een aantal door de kantonrechter gestelde prejudiciële vragen. Daaruit volgde dat de verhuurder kosten in rekening kan brengen voor prestaties waarbij de huurder is gebaat, maar dat dat niet geldt voor prestaties die zij sowieso krachtens wet- en regelgeving dient te verrichten, of die behoren tot een normale woningexploitatie. De kantonrechter meende dat de verrichtingen van de verhuurder behoorden tot een normale woningexploitatie en de verhuurder moest daarom de in rekening gebrachte kosten terugbetalen.

Het argument van de verhuurder dat een verplichting tot terugbetaling tot een onredelijke uitkomst zou leiden, werd noch door de (procureur generaal bij de) Hoge Raad, noch door de kantonrechter gevolgd: de kosten voor de genoemde verrichtingen kunnen gezien het systeem van de maximaal toegestane huurprijzen beperkt worden betrokken bij de totstandkoming van de huurprijs, maar voor zover dat niet kan, behoren die kosten voor rekening van de verhuurder te blijven. Dit was dus een grote strop voor deze verhuurder.

Meer informatie?

Wilt u advies of heeft u een andere juridische vraag? Neem dan gerust contact met mij op.

Marie-Christine Veltkamp - van Paassen

Marie-Christine Veltkamp-van Paassen

Advocaat/associate partner

‘Realistische blik met brede ervaring’

Gerelateerde blogs

Vorige slide
Volgende slide

16 januari 2025

Verhoging van de huurprijs bij de verduurzaming van een woning

Steeds meer woningbezitters zijn zich bewust van de noodzaak om hun woningen te verduurzamen. Er zijn verschillende verduurzamingsmaatregelen die zij kunnen nemen.

Lees meer

Lees meer over

9 januari 2025

Ontbinding van huurovereenkomsten

De ontbinding van een overeenkomst is een belangrijk juridisch instrument om van een overeenkomst af te komen. In dit artikel zoomen wij in op de ontbinding van huurovereenkomsten. Voor huurovereenkomsten geldt namelijk een aanvullende wettelijke regeling.

Lees meer

Lees meer over

17 december 2024

Hoge Raad: huurprijswijzigingsbeding met indexatie plus opslag 3% niet oneerlijk

Op 29 november 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat huurprijswijzigingsbedingen met een indexatie- en opslagbeding in beginsel niet oneerlijk zijn. In dit artikel leest u hoe en waarom de Hoge Raad tot die conclusie komt.

Lees meer

Lees meer over

5 november 2024

Tijdelijke verhuur van woonruimte

Sinds 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten van kracht. Waar het voorheen mogelijk was om met iedere huurder een tijdelijke huurovereenkomst aan te gaan, is het uitgangspunt per 1 juli 2024 dat een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt aangegaan, met alle gevolgen van dien. Er bestaat echter nog een aantal uitzonderingen. In dit artikel worden de belangrijkste uitzonderingen aangestipt.

Lees meer

Lees meer over

14 oktober 2024

Overlast door huurders: wat kan een woningcorporatie doen?

Het komt regelmatig voor dat een huurder van een woning overlast veroorzaakt, zoals geluidsoverlast door harde muziek of luid geschreeuw, of geuroverlast door een vervuilde woning of tuin. Het is dan van groot belang dat een verhuurder adequaat reageert op meldingen van overlast, vooral wanneer het een woningcorporatie betreft die tevens verhuurder is van de getroffen buren.

Lees meer

Lees meer over
Alle artikelen