Maria en Paul van der Pluim keken somber voor zich uit. “We logeren nu al twee maanden bij een tante van Maria”, vertelde Paul. “Heel lief dat we bij haar terecht kunnen, maar het is natuurlijk niet helemaal de bedoeling.” Mijn cliënten hadden begin 2017 een tip gekregen van een vriend. Er zou een appartement in de Appelstraat in Den Haag op de markt komen. De eigenaar was overleden en zijn partner, de 75-jarige mevrouw M. Telkamp, wilde niet op het adres blijven wonen. De lasten waren haar te hoog en zij was van plan naar Heerlen te verkassen, waar haar kinderen woonden. Paul van der Pluim: “Die vriend van mij kent mevrouw Telkamp goed, hij heeft ons met elkaar in contact gebracht. Maria en ik zijn een paar keer bij haar langs geweest. Wij twijfelden een beetje of we de woning wel moesten kopen, want er was veel achterstallig onderhoud.” Op enig moment hadden mijn cliënten bij mevrouw Telkamp naar de vraagprijs van het appartement geïnformeerd. Zij had hierover ruggespraak gehouden met de executeur-testamentair Mr J. Smiegt, en vervolgens aan Maria en Paul gemeld dat de woning € 240.000,- moest opbrengen. “Wij wilden wat van de vraagprijs af hebben want er moet heel veel gebeuren in dat huis”, zei Maria van der Pluim. “Na wat heen en weer gepraat zijn we uitgekomen op € 220.000,-. Er zou op 10 april geleverd worden.”
Maar twee weken voor de levering had executeur-testamentair Mr Smiegt telefonisch contact gezocht met mijn cliënten. Mevrouw Telkamp had nog geen andere woning gevonden in Heerlen. Bovendien had hij navraag gedaan. De kooprijs van € 220.000,- was achteraf gezien veel te laag. Appartementen in de omgeving deden rustig € 40.000,- meer. De boodschap was kort en helder: de koop was van de baan.
Paul van der Pluim zuchtte. “Op 10 april kwamen mevrouw Telkamp en de heer Smiegt ook niet opdagen bij de notaris. Maar wij hadden de huur van onze woning opgezegd. We moesten ons oude huis uit maar konden niet terecht in ons nieuwe huis.” Mijn cliënten hadden de oude vrouw en Mr Smiegt in gebreke gesteld. Er moest binnen 8 dagen alsnog geleverd worden, anders zouden er rechtsmaatregelen getroffen worden en een boete van € 24.000,- worden geclaimd. Een reactie was echter uitgebleven. Maria van der Pluim: ”Wij willen graag dat u een kort geding begint en de levering afdwingt.”
De zaak diende zes weken geleden. Behandelend voorzieningenrechter was mevrouw Mr Scherp. Die viel met de deur in huis. “Volgens mij is hier sprake van een gave koopovereenkomst, die moet worden nageleefd. Afspraak is afspraak. Dat moet u toch weten meneer Smiegt, ik lees in de stukken dat u jurist bent.” Mr Smiegt wreef over zijn kale hoofd. Deftig zei hij: “Ik heb besloten om af te zien van de koop. Het bedrag was me toch een beetje te laag en mevrouw Telkamp heeft nog geen andere woning, vandaar.” De voorzieningenrechter keek de man verbaasd aan. “U heeft uzelf maar met name mevrouw Telkamp een slechte dienst bewezen. Want niet alleen zal de woning in de Appelstraat aan eisers geleverd moeten worden, maar bovendien dient uit de nalatenschap een boete te worden betaald van € 24.000,-. Feitelijk moet mevrouw Telkamp dat ophoesten.” De executeur-testamentair was rood aangelopen en keek naar een plek op de muur. “Begrijpt u wat er aan de hand is mevrouw Telkamp?”, vroeg de voorzieningenrechter. De bejaarde vrouw huilde een beetje maar herpakte zich snel. “Ik kan voorlopig bij mijn dochter wonen”, zei ze zacht. “Dat is een lieverd.”