4 februari 2025
Partners die na de scheiding elkaar het beste gunnen
In dit artikel bespreken wij een zaak waarin de vrijgevigheid van de vrouw uiteindelijk niet zulke prettige gevolgen heeft voor de man.
Lees meer
27 oktober 2015
Sinds de introductie van de zogenaamde ‘alleenstaande ouderkop’ 1 januari 2015 rommelt het in alimentatieland omdat verschillend wordt gedacht over de wijze waarop daarmee rekening moet worden gehouden in alimentatieberekeningen.
Vrijdag 9 oktober jl. deed de Hoge Raad uitspraak waarmee een eind is gekomen aan de onduidelijkheid.
Een alimentatieberekening begint met het bepalen van de kosten van een kind. Dat gebeurt aan de hand van de zogenaamde ‘Nibud-tabellen’. In deze tabellen wordt afhankelijk van de leeftijd van een kind, de gezinssamenstelling en het netto inkomen van zijn ouders, weergegeven hoeveel een kind kost. In de tabel is er al rekening mee gehouden dat de ouder bij wie het kind woont, kinderbijslag ontvangt.
Kinderbijslag is inkomensonafhankelijk en iedere ouder, alleenstaand of niet, heeft er aanspraak op. Het zogenaamde ‘kindgebonden budget’ is wel inkomensafhankelijk en uitsluitend alleenstaande ouders hebben daar recht op. Daarom kan het kindgebonden budget niet in de Nibud-tabel worden verwerkt, zoals de kinderbijslag. Met ingang van 1 januari 2015 is het kindgebonden budget fors toegenomen met de introductie van de alleenstaande ouderkop die de verschillende tot 1 januari 2015 bestaande fiscale kortingen voor alleenstaande ouders heeft vervangen. Volgens de aanbeveling in het zogenaamde ‘Trema rapport’ – op basis waarvan alimentatie wordt berekend – moet het kindgebonden budget op dezelfde manier in een alimentatieberekening worden verwerkt als de kinderbijslag. Dat betekent dat net als de kinderbijslag het kindgebonden budget in mindering moet worden gebracht op de kosten van een kind.
Deze benaderingswijze stuit op weerstand, omdat het gevolg daarvan is dat er in heel wat gevallen geen alimentatieplicht meer resteert en het er dus op neer komt dat de overheid voor heel wat kinderen betaalt in plaats van de onderhoudsplichtige ouders. Het kindgebonden budget – dat afhankelijk van inkomen kan oplopen tot € 360,– netto per maand – wordt wel degelijk maandelijks ontvangen door de alleenstaande ouder. Daar moet dus rekening mee worden gehouden. Tegenstanders van de aanbeveling in het Trema-rapport zijn van mening dat het kindgebonden budget moet worden opgeteld bij het inkomen van de alleenstaande ouder. Dat is volgens hen een rechtvaardiger manier van rekenen dan het kindgebonden budget in mindering te brengen op de kosten van een kind.
Vrijdag 9 oktober jl. gaf de Hoge Raad – het hoogste rechtscollege in Nederland – het verlossende woord (ECLI:NL:HR:2015:3011). Het kindgebonden budget moet voortaan worden opgeteld bij het inkomen van de alleenstaande ouder en niet langer in mindering worden gebracht op de kosten van een kind. Gevolg hiervan is met name voor betalende ouders nadelig. De alimentatie zal door deze uitspraak hoger uitvallen dan wanneer wordt gerekend conform de aanbeveling uit het Trema-rapport die nu dus is overruled door de uitspraak van de Hoge Raad. Hoewel de uitspraak op evenveel voor- als tegenstanders zal kunnen rekenen is het goed dat er duidelijkheid is. De uitspraak zal wel aanleiding zijn voor wijzigingsverzoeken. Check dus of de uitspraak van de Hoge Raad ook in uw situatie tot een wijziging van de huidige kinderalimentatie kan leiden.