21 juni 2018
Het treffen van een betalingsregeling na een faillissement lijkt een slimme manier om onder het faillissement uit te komen. De Hoge Raad oordeelde echter onlangs dat iemand die een betalingsregeling heeft getroffen met zijn schuldeisers toch failliet verklaard kan worden.
In deze blog leg ik uit hoe dit precies zit.
De rechter verklaart een natuurlijk persoon of een rechtspersoon failliet indien er sprake is van een toestand waarin de schuldenaar is opgehouden met betalen. Daarvan is sprake als de schuldenaar meerdere schuldeisers heeft (pluraliteit van schuldeisers) en is opgehouden met betalen van deze schuldeisers. Wil de rechter een faillissement uitspreken dan moet er een aanvrager zijn met een vordering, plus een andere vordering van andere schuldeiser: de steunvordering. Deze steunvordering hoeft niet opeisbaar te zijn en de omvang hoeft niet vast te staan.
De feiten die leidden tot de uitspraak van de Hoge Raad van 25 mei 2018, zijn overzichtelijk. Nadat de schuldenaar failliet verklaard was door de Rechtbank stelde hij hoger beroep in. In die appelprocedure voerde hij aan dat hij al zijn schuldeisers op één na kon betalen met geld dat hij van zijn zus had geleend. Dit geld had hij gestort op de derdenrekening van zijn advocaat. De betreffende schuldeisers zouden worden betaald nadat het Gerechtshof het faillissement zou hebben vernietigd. Het Gerechtshof nam hiermee genoegen: de aangeboden betalingen leidden er volgens het Hof toe dat de steunvorderingen niet meer bestonden, zodat er geen sprake meer was van pluraliteit van schuldeisers.
De onbetaalde achtergebleven schuldeiser nam hier echter geen genoegen mee en legde de zaak vervolgens voor aan de Hoge Raad. De Hoge Raad was het niet eens met het Hof en oordeelde anders. De steunvordering moet namelijk bestaan op het moment dat de rechter beslist over het aangevraagde faillissement. De steunvorderingen in deze zaak zouden echter pas worden voldaan ná vernietiging van het faillissement. Dit betekent dat de steunvorderingen nog wel bestonden ten tijde van de beslissing op de faillissementsaanvraag. Volgens de Hoge Raad was dit het enige relevante toetsmoment en werd hiermee wel voldaan aan het vereiste van pluraliteit van schuldeisers.
Of deze schuldenaar daadwerkelijk failliet verklaard wordt, is nog niet gezegd. Er moet immers ook nog beoordeeld worden of hij ‘is opgehouden met betalen’. De rechter dient dit apart te onderzoeken. Het aanbod van betaling na vernietiging van het faillissement zou tot de conclusie kunnen leiden dat de schuldenaar betalingen aan zijn schuldeiser heeft gestaakt, maar misschien ook niet. Dit is een feitelijke vraag en het antwoord hangt af van alle omstandigheden van het geval. Omdat de Hoge Raad feitelijke vragen niet kan beantwoorden, verwijst hij de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam om op die vraag te beslissen.
Het sluiten van een deal met uw schuldeisers, onder de opschortende voorwaarde van de vernietiging van het faillissement, leidt er dus niet per definitie toe dat er niet meer wordt voldaan aan het pluraliteitsvereiste. De steunvordering(en), dan wel de vordering van de aanvrager betaald moeten zijn, wil een rechter een faillissementsaanvraag afwijzen. Deze strategie is dan ook alleen zeker als u met alle schuldeisers overeenstemming hebt bereikt. Mocht u geconfronteerd worden met een faillissementsaanvraag en heeft u hier vragen over, neem dan gerust contact met mij op.
26 oktober 2023
Op 4 oktober 2023 heeft de rechtbank Den Haag het faillissement uitgesproken van de besloten vennootschap BLOMSMA PRINT & SIGN B.V.. Mr A.C.M. Höppener is benoemd tot rechter-commissaris. Mr M.M.E. van Veen-Oudenaarden is aangesteld als curator.
Lees meer17 oktober 2023
De ‘turboliquidatie’ is een betrekkelijk eenvoudige en snelle procedure om een rechtspersoon te beëindigen. Daar komt op 15 november 2023 verandering in.
Lees meer23 februari 2023
Via een zogeheten turboliquidatie is een onderneming snel geliquideerd wanneer het niet (meer) over activa beschikt.
Lees meer