27 januari 2016

Gerechtshof Amsterdam kiest voor compromis bij structureel te late huurbetaling

Door GMW advocaten

Op grond van artikel 7:212 BW is de huurder verplicht om de huur te voldoen op de overeengekomen wijze en tijdstippen.

In de meeste contracten voor woonruimte is vastgelegd dat de huur voor de eerste dag van de betreffende maand voldaan moet zijn. Anders spreekt men van een huurachterstand.

Huurovereenkomst

Huurachterstand betekent in beginsel een tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichting uit de huurovereenkomst. In dat geval kan de verhuurder in een gerechtelijke procedure de ontbinding van de huurovereenkomst vorderen, alsmede een veroordeling tot ontruiming van het gehuurde. De ontbinding wordt echter niet uitgesproken indien de tekortkoming deze niet rechtvaardigt.

Een huurachterstand van drie maanden op het tijdstip van dagvaarden wordt vaak voldoende geacht voor ontbinding van de huurovereenkomst. De omstandigheid dat de huurder ineens, al dan niet onder druk van het gevorderde, keurig op tijd gaat betalen, kan de wanprestatie doorgaans niet wegnemen. Maar hoe zit het als de huurachterstand een kortere periode betreft, maar de huurbetaling structureel te laat is?

In ECLI:NL:GHAMS:2015:3251 oordeelde het gerechtshof Amsterdam over een vordering van de woningcorporatie tot ontbinding en ontruiming waarbij de huurder structureel de huur aan het einde van de maand betaalde in plaats van bij vooruitbetaling, zoals in het huurcontract was opgenomen. In sommige maanden betaalde de huurder zelfs nóg later en moesten er incasso- en rechtsmaatregelen genomen worden. Het gerechtshof oordeelde dat deze tekortkoming ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden.

Huurachterstand

Het gerechtshof stond echter vervolgens nog stil bij de omstandigheid dat er ten tijde van de zitting geen huurachterstand meer bestond. Dat in aanmerking genomen, stelde het gerechtshof dat een veroordeling tot ontbinding en ontruiming van een dusdanig ingrijpend karakter zijn, dat er in dit geval een voorwaarde aan moest worden gesteld. De ontbinding en ontruiming worden wel toegewezen, maar de woningcorporatie mag zich hierop niet beroepen als de huurder een jaar lang iedere maand op tijd de huur betaalt, zo is opgenomen in het vonnis.

Door rekening te houden met het feit dat er geen huurachterstand meer bestond ten tijde van de zitting, slaat het gerechtshof een andere weg in dan doorgaans het geval is. De huurder krijgt met deze ‘voorwaardelijke’ veroordeling toch nog een laatste kans. Deze kans moet volgens het gerechtshof worden benut om aan te tonen dat de huurder bereid én in staat is om aan de betalingsverplichtingen te voldoen.

GMW-advocaten

GMW advocaten

Advocaat

Onze advocaten hebben ieder hun eigen specialistische expertise en ervaring. Wat zij met elkaar delen, is hun gedrevenheid en service gerichte aanpak. Met als doel: de beste oplossing voor onze cliënten bereiken.

Gerelateerde blogs

Vorige slide
Volgende slide

14 oktober 2024

Overlast door huurders: wat kan een woningcorporatie doen?

Het komt regelmatig voor dat een huurder van een woning overlast veroorzaakt, zoals geluidsoverlast door harde muziek of luid geschreeuw, of geuroverlast door een vervuilde woning of tuin. Het is dan van groot belang dat een verhuurder adequaat reageert op meldingen van overlast, vooral wanneer het een woningcorporatie betreft die tevens verhuurder is van de getroffen buren.

Lees meer

Lees meer over

30 september 2024

Het nieuwe ROZ-model huurovereenkomst woonruimte

De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) heeft onlangs een nieuw model voor de huurovereenkomst van woonruimte gepubliceerd.

Lees meer

Lees meer over

2 september 2024

Update oneerlijke bedingen in de huurovereenkomst

De Europese Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen) beschermt consumenten tegen oneerlijke bepalingen in overeenkomsten met een ondernemer.

Lees meer

Lees meer over

28 augustus 2024

De rol van woningcorporaties in de opkomst van het middensegment

Het woningtekort in Nederland moet worden tegengegaan. Om dit te bereiken is in de Nationale prestatieafspraken afgesproken dat woningcorporaties 50.000 middenhuurwoningen moeten bouwen tot en met 2030.

Lees meer

Lees meer over

7 augustus 2024

Woningruil en het vereiste van een zwaarwichtig belang

Vanwege de huidige krapte op de woningmarkt wordt er door huurders met toenemende mate een verzoek tot woningruil gedaan.

Lees meer

Lees meer over
Alle artikelen