28 november 2023

Huurprijsherziening bedrijfsruimte

Door Wouter de Veer

Een van de belangrijkste onderdelen van een huurovereenkomst is de huurprijs. Na verloop van tijd kan het zo zijn dat de huurprijs niet meer marktconform is.

Indien sprake is van ‘290-bedrijfsruimte’ kunnen zowel de verhuurder als de huurder de rechtbank in dat geval verzoeken om de huurprijs opnieuw vast te stellen. In dit artikel leest u hoe de huurprijsherziening van een bedrijfsruimte in zijn werk gaat.

290-bedrijfsruimte

Allereerst moet sprake zijn van zogenaamde ‘290-bedrijfsruimte’. Daarvan is sprake als een ruimte wordt verhuurd voor de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, een restaurant of café, een bestel- of afhaaldienst, een hotel, camping of een ambachtsbedrijf. Als hiervan sprake is, kunnen zowel de verhuurder als de huurder huurprijsherziening vorderen. Dit is niet mogelijk als sprake is van een ander huurregime, bijvoorbeeld bij de huur van kantoorruime of woonruimte.

Wanneer kan huurprijsherziening worden gevorderd?

Artikel 7:303 BW bepaalt dat beide partijen een vordering bij de rechtbank kunnen instellen om de huurprijs te herzien:

  1. indien de huurovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan à na afloop van de overeengekomen duur; of
  2. in alle andere gevallen à telkens wanneer vijf jaar is verstreken sinds de dag waarop de laatste door partijen vastgestelde huurprijs is ingegaan of waarop de laatste door de rechtbank vastgestelde huurprijs is gevorderd.

Ter illustratie: indien sprake is van een huurovereenkomst voor 15 jaar, die telkens met perioden van 5 jaar wordt verlengd, kan pas na afloop van de eerste termijn van 15 jaar worden gevorderd dat de huurprijs wordt herzien. Intussen kan de huurprijs uiteraard wel worden geïndexeerd.

Daarnaast is van belang dat de huurprijs niet meer overeenstemt met de huurprijs van vergelijkbare bedrijfsruimten in de buurt.

Deskundigenrapport

Het is slechts mogelijk om een vordering tot huurprijsherziening in te stellen indien tevens een deskundigenrapport wordt ingediend. Het deskundigenrapport vermeldt de huurprijzen van vergelijkbare bedrijfsruimten ter plaatse en het gemiddelde daarvan, in de vijf voorgaande jaren. Onder andere de ligging, de grootte, de indeling, de staat, de bereikbaarheid en de voorzieningen zijn relevant.

De deskundige (of deskundigen) dient (dienen) door huurder en verhuurder tezamen te worden aangewezen. Als partijen er samen niet uitkomen, kan de huurder of de verhuurder de rechtbank verzoeken om een deskundige te benoemen.

Vanaf wanneer geldt de nieuwe huurprijs?

De huurprijs geldt in beginsel vanaf de datum waarop de huurder of verhuurder de vordering heeft ingesteld bij de rechtbank. Dit is anders als eerst een verzoek bij de rechtbank wordt ingediend om een deskundige te benoemen. Indien dat nodig is, geldt de huurprijs in beginsel vanaf de dag waarop het verzoek tot benoeming van de deskundige is ingediend. Als de huurprijs wordt verhoogd, zal de huurder met terugwerkende kracht dus een flinke huurachterstand aan de verhuurder moeten betalen. De rechtbank kan echter ook bepalen dat de huurprijs gedurende een termijn van maximaal vijf jaar geleidelijk wordt aangepast.

Tot slot

Wanneer u van mening bent dat uw huurprijs niet meer overeenstemt met de huurprijs van vergelijkbare panden in de buurt, staat het u vrij om een vordering tot huurprijsherziening in te stellen. Om verrassingen te voorkomen, is het van belang dat u de juiste stappen volgt. Schroom dus niet om contact met mij of een van de andere specialisten van GMW advocaten op te nemen om de mogelijkheden te bespreken.

Wouter de Veer

Wouter de Veer

Advocaat

Wouter is advocaat binnen de sectie Vastgoed & Huur.

Gerelateerde blogs

23 april 2024

Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening

Op 1 januari 2021 is het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening in werking getreden. Het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening legt aan alle verhuurders van woonruimten de verplichting op om betalingsachterstanden van huurders te melden bij de gemeente.

Lees meer

21 maart 2024

De huurrechtelijke verdeling van onderhouds- en herstelkosten

Voor wiens rekening komen de kosten van onderhoud en herstel van het pand: de huurder of de verhuurder? Het is een vraag die veelvuldig tot discussie leidt en waarover veel geprocedeerd wordt. In deze blog wordt ingezoomd op de wettelijke regeling en de afwijkende regeling van de ROZ-modellen.

Lees meer

14 maart 2024

Contractuele medehuur en de scheidingsregel: een vervolg

In een eerder artikel schreef ik reeds over de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021, waarin werd geoordeeld dat contractuele medehuurders een beroep kunnen doen op de scheidingsregel van artikel 7:267 lid 7 BW.

Lees meer