4 februari 2025
Partners die na de scheiding elkaar het beste gunnen
In dit artikel bespreken wij een zaak waarin de vrijgevigheid van de vrouw uiteindelijk niet zulke prettige gevolgen heeft voor de man.
Lees meer
30 april 2015
In hoeverre de echtgenoot van een directeur groot aandeelhouder bij echtscheiding moet delen in een rekening-courant schuld van deze dga aan zijn B.V. heeft al vele pennen in beweging gebracht.
Hoe zit het nu?
Als de dga in gemeenschap van goederen is gehuwd is er geen discussie. De schuld valt in de gemeenschap en wordt 50/50 gedeeld.
Als in de huwelijkse voorwaarden een zogenaamd ‘finaal’ verrekenbeding is overeengekomen is het niet veel anders. Echtgenoten hebben dan met elkaar afgesproken dat zij bij echtscheiding afrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Ook dan moet de schuld door beiden voor de helft worden gedragen. Een zogenaamd ‘periodiek’ verrekenbeding van inkomen verandert de zaak. Echtgenoten hebben dan afgesproken dat wat van hun inkomen is gespaard (en dus niet is uitgegeven aan de kosten van de huishouding) elk jaar verrekend moet worden. Als dat niet is gebeurd moet aan het einde van het huwelijk alsnog het vermogen worden verrekend dat met dit overgespaarde inkomen is gefinancierd. Hoe verhoudt dit periodiek verrekenbeding zich tot de rekening-courantschuld van de dga?
De rechtspraak laat een divers beeld zien. Een periodiek verrekenbeding van inkomen heeft in principe uitsluitend betrekking op de plussen en niet op de minnen. Vermogen moet verrekend worden, verlies niet. Enerzijds wordt op grond daarvan gesteld dat verlies nimmer in de verrekening mag worden betrokken. De schuld van de dga in rekening-courant is en blijft in deze visie uitsluitend voor zijn rekening en daarmee buiten de verrekening. Anderzijds is het begrip ‘vermogen’ een opstelsom van plussen en minnen. Eerst de minnen aftrekken van de plussen. Als daarna een plus resteert, moet deze plus verrekend worden (maar dus wel na aftrek van de minnen). Als een min resteert, blijft verrekening achterwege want een periodiek verrekenbeding van inkomen kan niet leiden tot het delen in minnen. Maar wat nu als de schuld in rekening-courant zijn oorsprong enkel en alleen vindt in de kosten van de huishouding? De dga heeft geld uit de B.V. opgenomen om vakanties met het gezin te betalen, nieuwe kleding voor de kinderen te kopen etc. Waarom zou de echtgenoot van de dga daarin niet moeten delen? Er wordt dus op verschillende manieren naar de rekening-courant schuld van de dga gekeken.
Het wachten is op een uitspraak van de Hoge Raad. Recentelijk had de Hoge Raad zich hierover kunnen uitlaten, maar dat is niet, althans niet echt, gebeurd (HR 23 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:116). De Hoge Raad heeft zich nog altijd niet expliciet uitgesproken over hoe in de praktijk met de schuld van de dga moet worden omgegaan. Tot die tijd is het dus zaak voor dga’s en hun echtgenoten om zich van deze onzekerheid bewust te zijn en hun financiële huishouding daar op af te stemmen.