In dit arrest staat centraal wanneer een benadeelde crediteur een beroep kan doen op vereenzelviging, het volledig wegdenken van het identiteitsverschil, van rechtspersonen. In het Rainbow-arrest heeft de bestuurder van Démarrage BV de activiteiten van die onderneming overgezet naar Rainbow BV. Ook van Rainbow werd hij bestuurder. De crediteuren stellen dat er sprake is van vereenzelviging van Rainbow en Démarrage, waardoor zij hun vordering ook op Rainbow kunnen verhalen.
Is er sprake van vereenzelviging?
De Hoge Raad staat voor de vraag of voor de benadeelde crediteuren – naast de weg van onrechtmatige daad – ook sprake is van vereenzelviging. De Hoge Raad stelt voorop dat het uitgangspunt dat door degene die volledige zeggenschap heeft over twee rechtspersonen, misbruik kan worden gemaakt van het identiteitsverschil tussen deze rechtspersonen en dat hetgeen met dit misbruik wordt beoogd, niet in rechte behoeft te worden gehonoreerd. Hieruit volgt dat de weg van de onrechtmatige daad zeker openstaat voor de crediteuren en verplicht dan ook de (rechts)personen die voor deze handelwijze verantwoordelijk zijn, tot vergoeding van de schade welke die crediteur als gevolg daarvan lijdt. Deze verplichting tot schadevergoeding zal dan niet alleen rusten op de persoon die met gebruikmaking van zijn zeggenschap de betrokken rechtspersonen tot medewerking aan dat onrechtmatig handelen heeft gebracht, doch ook op deze rechtspersonen zelf. Dit betekent echter niet dat de omvang van deze schade zonder meer gelijk is aan het bedrag van de vordering waarvan men het verhaal wilde verijdelen. Deze schadecomponent is reden voor de Hoge Raad om vereenzelviging in dit geval af te wijzen.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt vervolgens dat vereenzelviging alleen in zeer uitzonderlijke gevallen wordt aangenomen. Dit geldt nog steeds. De Hoge Raad is daar nog niet van teruggekomen.
Van misbruik is bijvoorbeeld sprake indien de activiteiten door een vennootschap zijn beëindigd en voortgezet in een andere onderneming met als oogmerk benadeling van een crediteur in zijn mogelijkheden. Aangenomen wordt in het algemeen dat van schuldeisersbenadeling sprake is indien er geen of onaanvaardbare redenen zijn om tot beëindiging (of het ‘verhangen’) van de bedrijfsactiviteiten over te gaan, bijvoorbeeld indien de bedrijfsactiviteiten worden gestaakt en vervolgens in een nieuwe rechtspersoon vrijwel ongewijzigd worden voortgezet, en het voor een buitenstaander dus niet direct duidelijk wordt dat hij te maken heeft met een andere (nieuwe) rechtspersoon.
De rechtbank Noord-Nederland oordeelde in 2019 dat er sprake was van misbruik van identiteitsverschil (vereenzelviging):
“De beide rechtspersonen zijn gevestigd aan hetzelfde adres en verrichten, gelet op de omschrijving van de bedrijfsactiviteiten volgens de uittreksels van de Kamer van Koophandel (zoals weergegeven onder de feiten), gelijksoortige werkzaamheden. In rechte moet er dan ook van uit worden gegaan dat de bedrijfsactiviteiten van de rechtspersonen overeenkomen. Voorts heeft de nieuwe vennootschap bij oprichting op 23 oktober 2017 de statutaire- en handelsnaam van de vennootschap overgenomen waarmee [naam eiser] heeft gecontracteerd. Ten slotte is onweersproken gebleven dat bestuurder [naam directeur] (volledige of overheersende) zeggenschap heeft over beide vennootschappen.”
Heeft u een vraag, neem gerust contact met mij op.