31 augustus 2023

Verandering in zicht voor omgang tussen grootouders en kleinkinderen?

Door Lise-Milou Lagerwerf

Met het wetsvoorstel ‘Wet drempelverlaging omgang grootouders’ wordt het bewerkstelligen van omgang tussen de grootouders en hun kleinkinderen mogelijk vergemakkelijkt.

Al in 2008 bleek uit onderzoek dat maar liefst 12% van de grootouders in Nederland geen contact meer hadden met hun kleinkinderen. Nu, in 2023, is dit onderwerp nog steeds actueel. In de praktijk blijkt dat het lastig kan zijn voor grootouders om omgang met hun kleinkinderen te bewerkstelligen via de rechter. Op 12 mei 2023 is het wetsvoorstel ‘Wet drempelverlaging omgang grootouders’ aan de Tweede Kamer voorgelegd. In deze blog wordt uiteengezet wat de huidige regels zijn met betrekking tot omgang tussen grootouders en kleinkinderen en wat er verandert indien het wetsvoorstel wordt aangenomen.

Huidige wettelijke regeling

In artikel 1:377a lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) staat opgenomen dat een kind recht heeft op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. Op grond van lid 2 van dit artikel kan de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vaststellen. Het recht op omgang is zowel een recht van het kind als een recht van de ouder en de ander dan de ouder.

Om een omgangsregeling door de rechter te laten vastleggen, moeten grootouders bewijzen dat zij in een ‘nauwe persoonlijke betrekking’ staan tot het kind. Wanneer dit niet het geval is, worden zij in hun verzoek tot omgang niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het verzoek niet in behandeling wordt genomen door de rechter en dus ook niet inhoudelijk wordt beoordeeld. De vraag of het kind belang heeft bij de omgang komt bij niet-ontvankelijkheid niet aan bod.

Nauwe persoonlijke betrekking

Het begrip ‘nauwe persoonlijke betrekking’ bij een omgangsverzoek van grootouders is ontwikkeld en uitgewerkt in de Nederlandse rechtspraak.

Het algemene uitgangspunt is dat de grootouders dienen te bewijzen dat zij ‘meer dan het gebruikelijke contact’ met hun kleinkinderen hebben gehad (zie bijvoorbeeld het arrest van het Gerechtshof Amsterdam uit 2019). Zij dienen hiervoor voldoende concrete omstandigheden aan te tonen. Te denken valt aan de omstandigheid dat het kind gedurende langere tijd bij de grootouders heeft gewoond, of het feit dat de grootouders regelmatige verzorging (en opvoeding) op zich hebben genomen. Een enkele oppasdag of een incidenteel langere oppasperiode is onvoldoende om een nauwe persoonlijke betrekking aan te nemen. In de praktijk is te zien dat niet alle rechters hetzelfde omgaan met de invulling van het begrip ‘nauwe persoonlijke betrekking’.

Wanneer de rechter tot de conclusie komt dat inderdaad sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking geeft de rechter een inhoudelijke beoordeling over de omgangsregeling. Zo wordt gekeken of een omgangsregeling in het belang van het kind is en indien dit het geval is, of een omgangsregeling moet worden vastgesteld en hoe deze eruit komt te zien.

Veranderingen na aanneming van het wetsvoorstel

Als het wetsvoorstel wordt aangenomen zal een bewijsvermoeden van de aanwezigheid van ‘een nauwe persoonlijke betrekking’ in artikel 1:377a lid 1 BW worden vastgelegd. Opgenomen wordt:

“Een grootouder die in familierechtelijke betrekking tot het kind staat, wordt vermoed in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind te staan”.

Deze verandering maakt dat grootouders niet meer hoeven te bewijzen dat er sprake is van ‘meer dan gebruikelijk contact’ tussen grootouder en kind. Het vermoeden bestaat dan namelijk dat de grootouders tot hun kleinkinderen in een nauwe persoonlijke betrekking staan. Belanghebbenden kunnen dit wettelijk vermoeden weerleggen. Bijvoorbeeld een ouder van het kind kan aanvoeren dat de grootouders vanaf de geboorte van het kind al geen contact hebben gehad met het kind, of dat er sprake was van zeer weinig contact of dat dit contact al jaren is verbroken.

Positieve verandering voor grootouders en kind

Met deze wetswijziging zal, indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, meer recht worden gedaan aan de belangrijke positie die grootouders in het leven van kleinkinderen kunnen hebben. De rechter zal met deze verandering eerder toe komen aan de daadwerkelijke vraag waar het hier om gaat; is de omgangsregeling in het belang van het kind? Dit maakt dat dit wetsvoorstel niet alleen een positieve verandering zal brengen voor de rechten van de grootouders, maar ook voor de rechten en de belangen van het kind.

Het blijft nog afwachten of het wetsvoorstel daadwerkelijk wordt aangenomen. Tot die tijd blijft het voor grootouders lastig om omgang te bewerkstelligen met hun kleinkinderen.

Meer informatie

Wilt u meer informatie over omgangsregelingen of heeft u een andere juridische vraag? Neem dan direct contact met ons op.

Lise-Milou Lagerwerf

Lise-Milou Lagerwerf

Advocaat

Lise-Milou is gespecialiseerd in het familierecht. Haar focus ligt op (internationale) echtscheidingen.

Gerelateerde blogs

2 april 2024

Het overbruggen van een grote haal- en brengafstand bij een omgangsregeling

Als ouders uit elkaar gaan, moeten er afspraken worden gemaakt over de omgangsregeling.

Lees meer

1 maart 2024

15 jaar ouderschapsplan

Deze maand bestaat het (verplichte) ouderschapsplan maar liefst 15 jaar. Na een echtscheiding of ontbinding van een geregistreerd partnerschap heeft u er zeker één nodig als u samen minderjarige kinderen heeft. Een ouderschapsplan is ook verplicht wanneer u alleen een relatie heeft gehad en sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag.

Lees meer

25 januari 2024

Welke rechter mag beslissen over de kinderen?

In zaken met een internationaal karakter, moet worden vastgesteld welke rechter rechtsmacht heeft.

Lees meer