8 november 2018
De warmtewet is van kracht sinds 1 januari 2014.
Zij beoogt consumenten te beschermen tegen te hoge prijzen en slechte levering bij gebruik van een verplicht collectief verwarmingssysteem (stadsverwarming, blokverwarming, warmte- en koudeopslag, et cetera).
Niet alleen energiebedrijven, maar ook verhuurders en VvE’s werden in de Warmtewet gezien als leveranciers van warmte. Zij waren op grond van de Warmtewet o.a. gebonden aan maximum tarieven die zij konden doorberekenen aan de huurders en VvE-leden. Er gold een verplichte compensatieregeling voor storingen, en de levering van warmte diende vastgelegd te worden in aparte warmteleveringsovereenkomsten met de huurders en VvE-leden. Voor geschillen bestond een verplichte geschillencommissie.
De Warmtewet was voor verhuurders en VvE’s moeilijk uitvoerbaar. Voor verhuurders gold dat op de levering van warmte zowel de regels van het huurrecht als de regels van de Warmtewet van toepassing waren en dat deze niet samengaan. Enkele voorbeelden:
Voor VvE’s gold o.a. dat de Warmtewet een grote administratielast met zich meebracht. Bovendien was deze administratielast deels onzinnig; de compensatieregeling bij storingen leidde ertoe dat leden via de VvE-bijdrage hun eigen compensatie betaalden. Voorts konden VvE’s door de Warmtewet niet langer correctiefactoren toepassen waardoor appartementen aan de buitenzijde van het complex niet meer gecompenseerd werden voor hogere verwarmingskosten t.o.v. de appartementen in het midden van het gebouw.
Verhuurders en VvE’s worden grotendeels vrijgesteld van de verplichtingen uit de Warmtewet. Ze hoeven dus geen aparte warmteleveringsovereenkomsten meer af te sluiten en zijn niet meer gebonden aan maximumtarieven en/of compensatieregelingen. De levering van warmte valt weer gewoon onder de servicekosten en geschillen worden bij verhuur weer beslecht door de Huurcommissie of kantonrechter.
Verhuurders en VvE’s zijn alleen nog gebonden aan de meetverplichting in de Warmtewet. Uitgangspunt is dat verhuurders en VvE’s zoveel mogelijk het warmtegebruik meten op basis van een individuele warmtemeter per appartement. Als dat niet mogelijk is, of niet leidt tot een redelijke verdeling, mag een andere methode gebruikt worden.
Op 3 juli 2018 is het wetsvoorstel voor wijziging van de Warmtewet aangenomen door de Eerste Kamer. Naar verwachting zullen de wijzigingen in 2019 van kracht worden.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact met mij op.
19 september 2023
De Rechtbank Amsterdam wees op 3 augustus 2023 een opmerkelijk vonnis met betrekking tot de huurprijsverhoging van woonruimtes.
Lees meer26 juli 2023
Op 1 juli 2023 is de Wet Goed Verhuurderschap (‘WGV’) in werking getreden. Het doel van de WGV is om ongewenste verhuurpraktijken te voorkomen en tegen te gaan. Het gedrag van verhuurders en verhuurbemiddelaars is daarbij centraal gesteld.
Lees meer18 juli 2023
Op 16 mei 2023 is het Wetsvoorstel vaste contracten aangenomen door de Tweede Kamer. Het Wetsvoorstel beoogt tijdelijke huurcontracten voor woonruimten, in de zin van artikel 7:271 lid 1 BW, af te schaffen.
Lees meer