22 januari 2015

Opzegverboden onder de Wwz

Door GMW lawyers

Onder de Wet werk en zekerheid blijven de opzegverboden uit het huidige arbeidsrecht in beginsel gehandhaafd.

Dat betekent dat het de werkgever ook na 1 juli 2015 onder bepaalde omstandigheden niet is toegestaan de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te zeggen. De nieuwe Wwz geeft wel een aantal aanvullingen en uitzonderingen bij het huidige stelsel. Wanneer de opzegging wordt gedaan vóór 1 juli 2015, dan is daarop nog het oude recht van toepassing.

Limitatieve lijst

Op dit moment kent de wet een uitputtende opsomming van situaties waarin het een werkgever niet is toegestaan de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te zeggen. De belangrijkste zijn kortweg ziekte en zwangerschap, dienstplicht, lidmaatschap van de ondernemingsraad, lidmaatschap vakbond, ouderschapsverlof en overgang van onderneming. Vanaf 1 juli 2015 staan ook plaatsing op de kandidatenlijst van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, lidmaatschap van een voorbereidingscommissie van de ondernemingsraad en enkele aanverwante functies aan opzegging in de weg.

Ziekte werknemer

Opvallend aan de nieuwe Wet werk en zekerheid is dat het opzegverbod bij ziekte sterker gaat werken. Dat wil zeggen, het wordt lastiger een zieke werknemer te ontslaan. Onder het huidige recht mag de werkgever de eerste twee jaar van ziekte de arbeidsovereenkomst niet opzeggen. Wanneer zich bedrijfseconomische omstandigheden voordoen waardoor de arbeidsplaats van de betreffende werknemer vervalt, kan de werkgever het opzegverbod op dit moment echter ontwijken door de rechter te verzoeken om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Wanneer die van oordeel is dat het vervallen van de arbeidsplaats los staat van de ziekte van de werknemer zal hij tot ontbinding overgaan. Onder het nieuwe recht bestaat deze mogelijkheid niet meer. De Wwz bepaalt expliciet dat in het geval van bedrijfseconomische redenen geen rekening hoeft te worden gehouden met zwangerschap (niet te verwarren met zwangerschaps- of bevallingsverlof), dienstplicht of een lidmaatschap van de ondernemingsraad. De opzegverboden wegens ziekte en tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof van de werknemer blijven echter wel gelden wanneer het gaat om bedrijfseconomische redenen voor ontslag. Enkel indien het bedrijf volledig ophoudt te bestaan kan de werkgever de arbeidsovereenkomst met deze werknemers opzeggen. Gaat het om een andere bedrijfseconomische oorzaak, zoals het sluiten van een afdeling of schrappen van diverse arbeidsplaatsen, dan geniet de zieke werknemer vanaf 1 juli 2015 de bescherming van het opzegverbod.

Uitzonderingen

Evenals nu geldt vanaf 1 juli 2015 een aantal andere uitzonderingen. De opzegverboden bij ziekte, zwangerschap, dienstplicht en lidmaatschap van de ondernemingsraad zijn niet van toepassing wanneer de werknemer schriftelijk met de opzegging instemt (wederzijds goedvinden), de opzegging geschiedt tijdens de proeftijd (voor zover het opzegverbod niet de reden is) of wordt opgezegd vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarnaast gelden die opzegverboden niet wanneer er sprake is van ontslag op staande voet. Ook bedrijfssluiting heft de opzegverboden op, behalve voor de werkneemster die zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet.

Procesrecht

De buitengerechtelijke vernietiging, waarmee de werknemer zonder tussenkomst van een rechter het ontslag ongeldig kan verklaren indien er sprake is van een opzegverbod, verdwijnt door invoering van de Wwz. Is de werknemer op of na 1 juli 2015 van mening dat zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd terwijl hij ontslagbescherming geniet door een opzegverbod, dan zal hij binnen twee maanden na het einde van zijn dienstverband een rechtsvordering in moeten stellen. De werknemer kan de kantonrechter verzoeken om ofwel vernietiging van de opzegging wegens strijd met een opzegverbod en veroordeling van de werkgever tot herstel van de arbeidsovereenkomst, ofwel een billijke vergoeding in aanvulling op een eventuele transitievergoeding. In het laatste geval legt de werknemer zich neer bij het einde van zijn dienstverband maar wordt hij financieel gecompenseerd voor het onterecht gegeven ontslag.

GMW lawyers

Gerelateerde blogs

Vorige slide
Volgende slide

19 mei 2025

Wanneer ambassades in Nederland een arbeidsovereenkomst aangaan

Wanneer een ambassade een arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer, kan de ambassade verwachten dat het recht van het thuisland van toepassing is. Dit is echter vaak niet het geval.

Lees meer

Lees meer over

15 mei 2025

Ontslag wegens reorganisatie in Nederland

Bent u werkzaam in Nederland en krijgt u te maken met ontslag als gevolg van een reorganisatie? Dit artikel biedt enkele praktische richtlijnen voor deze situatie.

Lees meer

Lees meer over

13 mei 2025

Bezwaarrecht: het amendement Agnes Joseph

Het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel is een grote verandering. Een belangrijk onderdeel is het invaren: het overzetten van oude pensioenrechten naar een nieuw systeem gebaseerd op premies en beleggingsresultaten.

Lees meer

Lees meer over

1 mei 2025

De beloning van uitzendkrachten onder de ABU-cao

Volgens een belangrijke uitspraak van de Hoge Raad hebben uitzendkrachten recht op dezelfde beloning als medewerkers die direct in dienst zijn bij de feitelijke werkgever. Dit geldt op basis van Europees recht voor alle essentiële arbeidsvoorwaarden.

Lees meer

Lees meer over

22 april 2025

Zorgplicht bij pensioencompensatie

De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is in volle gang. De sociale partners betrokken bij de pensioenfondsen hebben de transitieplannen grotendeels klaar. Daarin ook altijd een paragraaf over compensatie voor huidige deelnemers, werknemers, die onevenredig nadeel ondervinden van de wijziging van het pensioenstelsel.

Lees meer

Lees meer over
Alle artikelen