24 augustus 2017

Cartoonisten moeten betalen voor teruggave van aan failliet stripmuseum uitgeleende werken

Door Christiaan Mensink

Onder voorwaarden mag u het dragen van een hoofddoek op de werkvloer verbieden, zo heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld. De neutrale uitstraling van de medewerker moet dan wel noodzakelijk zijn voor uw organisatie.

De collectie van het museum bestond voor een groot deel uit geleende werken, die door cartoonisten en andere kunstenaars in bruikleen waren. Deze week kwam het bericht in het nieuws dat de striptekenaars hun eigendommen alleen mogen terughalen, als zij aan de curator een vergoeding van € 75,- betalen. De striptekenaars hebben hierover geklaagd bij de rechtbank.

Mag de curator van mij een vergoeding verlangen, als ik mijn eigen spullen wil ophalen?

Het verzoek van de curator om een vergoeding voor het teruggeven van spullen aan de rechtmatige eigenaar, is gebruikelijk. Begin 2016 vroegen de curatoren van V&D leveranciers met een eigendomsvoorbehoud om een vergoeding als zij hun spullen wilden ophalen. Dit leidde zelfs tot Kamervragen.

Over de vraag of het vragen van een vergoeding gerechtvaardigd is, verschillen de meningen. De publieke opvatting is dat curatoren met het vragen van een vergoeding over de rug van toch al gedupeerde schuldeisers hun eigen salaris willen bekostigen. De meeste curatoren zijn van oordeel dat het controleren van eigendomsclaims en het uitleveren van zaken aan individuele partijen geen handelingen zijn die ten goede komen aan het geheel van gezamenlijke crediteuren. De kosten voor uitlevering van eigendommen moeten daarom voor rekening komen van degene die daar voordeel van heeft – de eigenaar – en niet ten laste van de overige schuldeisers.

Geldt mijn eigendomsrecht dan niet bij een faillissement?

Eigendom is het meest omvattende recht dat je kunt hebben op een zaak. De eigenaar hoeft zich van het faillissement van de partij waar zijn eigendom aanwezig is, dus in beginsel niets aan te trekken. Zijn eigendom valt niet in de failliete boedel. De eigenaar kan zijn eigendommen van eenieder opeisen. Dus ook van een faillissementscurator. Dit betekent dat hij de spullen moet ophalen: de curator hoeft de spullen niet zelf te bezorgen bij de eigenaar. De kosten voor het ophalen zijn voor rekening van de eigenaar die zijn spullen wil terugnemen.

Degene die een zaak van een ander onder zich heeft, is verplicht actief mee te werken aan teruggave. Anders gezegd, de curator is gehouden de eigenaar in de gelegenheid te stellen zijn spullen op te halen.

Is hier rechtspraak over?

Een curator moet tijd besteden, en soms kosten maken, om uit te zoeken wie de eigenaar is van specifieke zaken, deze klaar te zetten (demonteren?) en te laten afhalen. Het lijkt op het eerste gezicht onredelijk om deze kosten te laten betalen door de andere/gezamenlijke schuldeisers, als die kosten alleen ten behoeve van de eigenaar worden gemaakt. Dit is ook de lijn in de – beperkte – lagere rechtspraak van o.a. de rechtbanken Den Haag, Zwolle en Haarlem: de kosten die de curator maakt voor afgifte van eigendommen, dienen op grond van redelijkheid door de eigenaar zelf te worden vergoed. Die vergoeding moet redelijk zijn, bijvoorbeeld 3% of 7% van de waarde van de betreffende zaken.

Kan GMW advocaten iets voor mij doen?

Wij zijn er van overtuigd dat je niet zou moeten betalen om je eigen spullen terug te krijgen. Ook niet bij een faillissement. Het is de wettelijke taak van de curator de failliete boedel te beheren. Daar hoort bij dat de curator nagaat welke zaken eigendom van derden zijn, en dus buiten de boedel vallen. Ook moet de curator die eigenaren ten minste de gelegenheid geven hun eigen zaken af te halen zonder daarvoor te betalen. Dit is de wettelijke plicht van eenieder die spullen van een ander onder zich heeft, en er is geen reden om hier bij een faillissement anders over te denken dan buiten een faillissement. De curator kan hierbij praktisch blijven, door bijvoorbeeld op een vaste middag alle eigenaren hun eigendommen te laten afhalen. Wil de eigenaar op een ander moment komen, dan kan een kostenvergoeding worden gevraagd.

Christiaan Mensink

Christiaan Mensink

Advocaat/partner

‘Superspecialist, gericht op samen winnen’

Gerelateerde blogs

Vorige slide
Volgende slide

13 maart 2025

De moeilijkste periode voor bestuurders

Het is een situatie waar geen enkele bestuurder vanzelfsprekend graag aan denkt: het besef dat zijn onderneming het misschien niet gaat redden. Hoewel dit een emotionele zware tijd kan zijn, moet u als bestuurder ook rekening houden met nieuwe verplichtingen.

Lees meer

Lees meer over

27 februari 2025

Fiscale aspecten van WHOA-akkoorden

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt ondernemingen in financiële moeilijkheden de mogelijkheid om buiten faillissement tot een akkoord met schuldeisers te komen.

Lees meer

Lees meer over

21 februari 2025

WHOA updates

Met de Wet Homologatie Onderhands Akkoord kunnen ondernemingen die in de kern levensvatbaar zijn hun (te) hoge schuldenlast saneren in een akkoord met hun schuldeisers dat door de rechtbank wordt goedgekeurd, en zo een faillissement voorkomen. U leest hier de laatste WHOA updates.

Lees meer

Lees meer over

20 februari 2025

Uitleg van overeenkomsten: het Haviltex-criterium

De meeste zakelijke onenigheden houden verband met uiteenlopende interpretaties van gemaakte afspraken. Dat is niet gek. Paul Scholten zei in 1909 al: “Woorden zijn op zichzelf nooit duidelijk”.

Lees meer

Lees meer over

11 februari 2025

Kunt u voor €0,01 een procedure starten?

Op 26 november 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak met een belang van €0,01. In deze zaak werd toch geoordeeld dat er sprake is van onvoldoende belang. Deze uitspraak benadrukt het belang dat een eiser moet hebben bij het starten van een juridische procedure.

Lees meer

Lees meer over
Alle artikelen