12 september 2016
Onlangs heb ik geschreven over de terreurdreiging die ook in het familierecht voor spanningen zorgt.
In mijn eerste blog ging het over toestemming voor een vakantie naar Spanje, in deze blog zal ik een uitspraak bespreken over een vakantie naar Turkije.
De feiten; de moeder wil met de twee minderjarige kinderen voor twee weken op vakantie naar Izmir in Turkije. De vader geeft aanvankelijk toestemming en de moeder heeft de vakantie geboekt. Twee weken voor vertrek trekt vader de toestemming in omdat Turkije volgens hem een onveilig land is. In kort geding verzoekt de moeder vervangende toestemming voor de vakantie naar Turkije.
De rechter geeft toestemming voor de vakantie in Turkije en motiveert zijn beslissing uitvoerig. De rechter stelt vast dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog steeds geen negatief reisadvies heeft afgegeven voor Turkije. Wel wordt het, om voor de hand liggende redenen, afgeraden naar het grensgebied met Syrië en Irak te reizen en ook de regionale hoofdstad Diyarbakir moet vanwege de aanwezige veiligheidsrisico’s zoveel mogelijk worden vermeden. Bovendien heeft het Ministerie, vanwege allerlei gewapende (interne) conflicten, de meeste provincies in het zuidoosten van Turkije het stempel “niet veilig” gegeven. Moeder reist met de twee kinderen naar Izmir om de badplaats Didim te bezoeken voor een strandvakantie, maar ook om familie te bezoeken in Izmir. Beide plaatsen liggen niet in een gebied dat bestempeld is als een gebied met bijzondere veiligheidsrisico’s. Dat betekent wel, dat ondanks de extra (veiligheids-) maatregelen die de Turkse overheid op allerlei terreinen inmiddels heeft getroffen, dat van reizigers in en naar Turkije in algemene zin alertheid wordt gevraagd. De moeder zal, volgens de rechtbank, in het bijzonder moeten opletten in de stad Izmir en de plaatsen waar grote aantallen toeristen zich ophouden, maar het gaat te ver om te zeggen dat de moeder de kinderen met de reis naar Turkije blootstelt aan een vele male grotere kans te worden getroffen door terroristische aanslagen of ander geweld dan in Nederland of elders in West-Europa. Die kans is natuurlijk aanwezig, maar niet gebleken is, aldus de rechtbank, dat die kans sinds ongeveer twee weken aanmerkelijk is toegenomen. Bovendien zijn ook in West-Europa de veiligheidsmaatregelen aangescherpt en ook in West-Europa moet men tegenwoordig meer alert zijn vanwege verwachte aan slagen uit extremistische hoek. De rechter schat dan ook in dat een wandeling over de promenade van Didem, of door het oude stadscentrum van Izmir, niet aanmerkelijk gevaarlijker is dan de vertrekhal van een Westers vliegveld of treinstation. De conclusie van de rechter is dan ook dat de vader in redelijkheid niet kon komen tot zijn besluit de aanvankelijk verleende toestemming voor de door de moeder geboekte vakantie in te trekken. Het wachten is nu op een eventuele uitsprak waarbij de toestemming wel wordt geweigerd. Ik houd u op de hoogte!!