4 januari 2024

Opschorting huurgenot door verhuurder naar aanleiding van betalingsachterstand?

Door Glenn Kerver

Kort voor de feestdagen is een tweetal interessante conclusies van advocaat-generaal Valk gepubliceerd.

Hierin laat hij zijn licht schijnen over de algemeen aanvaarde opvatting dat een verhuurder zijn verplichting tot het verschaffen van huurgenot niet kan opschorten. De A-G concludeert dat noch de jurisprudentie, noch de specifieke huurwetgeving, grond biedt voor een dergelijke aanname.[1] Met andere woorden: een verhuurder kan een huurder naar aanleiding van een huurachterstand toegang tot het gehuurde ontzeggen, mits dit geen vorm van eigenrichting is.

Dit vraagstuk is relevant voor de praktijk, omdat verhuurders zich dikwijls melden met de vraag of zij bij betalingsachterstanden niet simpelweg de sloten kunnen vervangen, in plaats van een kostbare en tijdrovende procedure te moeten voeren.

Hoe zat het ook alweer?

Zowel in de lagere rechtspraak als literatuur is meermaals betoogd dat een verhuurder zijn verplichting tot het ter beschikking stellen van een gehuurde woon- of bedrijfsruimte niet vanwege een betalingsachterstand van de huurder kan opschorten. Zie hierover bijvoorbeeld de toonaangevende Asser-serie:

“Een verhuurder kan zijn verplichting tot ter beschikking stellen niet opschorten in verband met een betalingsachterstand van de huurder. Er is immers sprake van een voortdurende verplichting die niet voor het verleden alsnog kan worden nagekomen wanneer de huurder zijn betalingsachterstand aanzuivert” (Asser/Rossel & Heisterkamp 7-II 2021/27).

De basis achter deze opvatting is dat een verhuurder achteraf zijn verplichting niet kan nakomen, indien de huurder alsnog de verschuldigde huurpenningen voldoet.

Een ander argument is dat artikel 7:231 BW vanwege de bijzondere positie van huurders en aan hen toekomende huurbescherming voorschrijft dat een huurovereenkomst in beginsel enkel door de rechter ontbonden kan worden (ontbinding vanwege sluiting van het gehuurde op last van de gemeente daargelaten). Andere overeenkomsten kunnen ook zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden worden door een schriftelijke verklaring van een van de contractspartijen. Het opschorten van huurgenot zou de bescherming van artikel 7:231 BW doorkruisen.

Tot slot wordt erop gewezen dat het verschaffen van huurgenot een (doorlopende) kernverplichting van de verhuurder is, die niet zonder rechterlijk oordeel opgeschort kan worden.[2]

Conclusies A-G Valk

Valk beklemtoont dat het Nederlandse recht geen regel kent die opschorting van voortdurende verplichtingen of kernverplichtingen verbiedt. Hij verwijst hierbij als voorbeeld naar rechtspraak met betrekking tot de opschorting van re-integratieverplichtingen bij niet-nakoming van de verplichting tot loondoorbetaling. Het gegeven dat een huurder achteraf alsnog de huurpenningen voldoet, maakt volgens Valk niet dat het de verhuurder op het moment van ontzegging van toegang niet was toegestaan zijn verplichtingen op te schorten; dit dient voor rekening van de tekortschietende huurder te komen. In algemene zin is het volgens Valk dus onjuist dat een verhuurder de huurder geen toegang kan ontzeggen.

Het is daarbij echter wel van belang op welke wijze een en ander plaatsvindt. In het onderhavige geval had de verhuurder er bij de huurder op aangedrongen het gehuurde te ontruimen en te verlaten. Na diens vertrek had de verhuurder de sloten vervangen, en weigerde hij toegang te verlenen zolang de betalingsachterstand niet was ingelopen. Een dergelijke vorm van druk uitoefenen is volgens de A-G onder de gegeven omstandigheden begrijpelijk, en niet onrechtmatig.

Dit zou volgens Valk anders zijn indien de verhuurder door middel van “geweld, bedreiging of list” toegang tot het gehuurde ontzegt, nu dit een vorm van eigenrichting zou zijn waarmee voornoemde huurbescherming wél wordt omzeild.

Conclusie

De lezenswaardige conclusies werpen een interessant licht op een algemeen aanvaarde opvatting. Tot teleurstelling van sommige verhuurders betekent een en ander niet dat de sloten van het gehuurde zonder overleg vervangen kunnen worden, om beëindiging van de huurrelatie af te dwingen. In die zin blijft een gerechtelijke procedure de geijkte route.

Onder omstandigheden kan een verhuurder echter wel weigeren de huurder toegang tot het gehuurde te verschaffen, zolang laatstgenoemde tekortschiet in de nakoming van zijn huurrechtelijke verplichtingen. Niet valt immers in te zien waarom een verhuurder verplicht zou zijn te blijven presteren, terwijl de huurder nalaat de overeengekomen vergoeding hiervoor te voldoen.

[1] ECLI:NL:PHR:2023:1196 en ECLI:NL:PHR:2023:1204.

[2] Zie bijvoorbeeld Hof Arnhem-Leeuwarden 7 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7133, r.o. 5.8.

Meer informatie

Heeft u juridische vragen? Neem dan gerust contact met mij of een van de andere specialisten van GMW advocaten op om te bespreken wat de mogelijkheden zijn.

Glenn Kerver

Glenn Kerver

Advocaat/partner

‘Snel tot de kern en focus op de oplossing’

Gerelateerde blogs

Vorige slide
Volgende slide

11 maart 2025

De wettelijke bedenktijd bij de aankoop van een woning

De aankoop van een woning is voor veel mensen (een van) de grootste financiële beslissing(en) die zij in hun leven zullen maken. Er komt veel bij kijken en niet iedereen heeft voldoende tijd en gelegenheid om zich te laten inlichten over de voorgenomen aankoop.

Lees meer

Lees meer over

6 maart 2025

Onderhoud van de huurwoning: huurder of verhuurder verantwoordelijk?

In principe is de verhuurder verantwoordelijk voor het onderhoud van de huurwoning. Er is echter een uitzondering op deze regel. Er kan namelijk een onderscheid worden gemaakt tussen groot en klein onderhoud.

Lees meer

Lees meer over

16 januari 2025

Verhoging van de huurprijs bij de verduurzaming van een woning

Steeds meer woningbezitters zijn zich bewust van de noodzaak om hun woningen te verduurzamen. Er zijn verschillende verduurzamingsmaatregelen die zij kunnen nemen.

Lees meer

Lees meer over

9 januari 2025

Ontbinding van huurovereenkomsten

De ontbinding van een overeenkomst is een belangrijk juridisch instrument om van een overeenkomst af te komen. In dit artikel zoomen wij in op de ontbinding van huurovereenkomsten. Voor huurovereenkomsten geldt namelijk een aanvullende wettelijke regeling.

Lees meer

Lees meer over

17 december 2024

Hoge Raad: huurprijswijzigingsbeding met indexatie plus opslag 3% niet oneerlijk

Op 29 november 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat huurprijswijzigingsbedingen met een indexatie- en opslagbeding in beginsel niet oneerlijk zijn. In dit artikel leest u hoe en waarom de Hoge Raad tot die conclusie komt.

Lees meer

Lees meer over
Alle artikelen