25 augustus 2014
Verbod bemiddelingskosten huurder bij het dienen van twee heren. Eerder schreef ik al dat bemiddelingskosten bij huur niet altijd verschuldigd zijn.
Op grond van artikel 7:417 lid 4 BW mag de bemiddelaar geen bemiddelingskosten aan de huurder berekenen als hij optreedt in opdracht van huurder én verhuurder. Dit geldt als de huurder een natuurlijk persoon is, en niet handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf.
In de huidige wetgeving is het bij onzelfstandige woonruimte, zoals studentenwoningen, mogelijk om af te wijken van het bovenstaande en toch (ook) bij de huurder bemiddelingskosten in rekening te brengen. De rechtvaardiging hiervoor lag destijds volgens de wetgever in de continuering van werk van vaak niet-commerciële bemiddelingsbureaus voor verhuur van kamers. De vrees bestond dat verhuurders deze bureaus niet meer zouden inschakelen als zij zelf alle bemiddelingskosten zouden moeten dragen. Op die manier zou aanbod en vraag van bijvoorbeeld geschikte studentenwoningen niet meer makkelijk bij elkaar komen. Vanuit volkshuisvestingsbeleid zou dat een ongewenste ontwikkeling zijn. Met de toegenomen ontwikkeling- en toegankelijkheid van het internet acht men het nu echter steeds minder waarschijnlijk dat bepaalde doelgroepen niet bereikt zouden kunnen worden. Bovendien leiden de vaak excessieve bemiddelingskosten die aan huurders berekend worden tot ernstige klachten. Daarom zou het goed zijn de uitzondering voor onzelfstandige woonruimte te laten vallen.
Er komt nu een wetsvoorstel voor wijziging van artikel 7:417 lid 4 BW, waarin de uitzonderingsmogelijkheid is vervallen. Voorts wordt in het gewijzigde artikel nog eens benadrukt dat het verbod van berekening van bemiddelingskosten aan de huurder geldt, ongeacht of aan de verhuurder bemiddelingskosten in rekening worden gebracht. Studenten zullen na het van kracht worden van de nieuwe wetgeving veel minder vaak bemiddelingskosten hoeven te betalen. Ik ben van mening dat deze ontwikkeling terecht is, omdat anders juist aan de groep die (vanuit het oogpunt van draagkracht) meer bescherming behoeft, de bescherming die artikel 7:417 lid 4 BW aan huurders van andere woonruimte wel biedt, onthouden wordt. Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, kunt u altijd contact met mij opnemen.
19 september 2023
De Rechtbank Amsterdam wees op 3 augustus 2023 een opmerkelijk vonnis met betrekking tot de huurprijsverhoging van woonruimtes.
Lees meer26 juli 2023
Op 1 juli 2023 is de Wet Goed Verhuurderschap (‘WGV’) in werking getreden. Het doel van de WGV is om ongewenste verhuurpraktijken te voorkomen en tegen te gaan. Het gedrag van verhuurders en verhuurbemiddelaars is daarbij centraal gesteld.
Lees meer18 juli 2023
Op 16 mei 2023 is het Wetsvoorstel vaste contracten aangenomen door de Tweede Kamer. Het Wetsvoorstel beoogt tijdelijke huurcontracten voor woonruimten, in de zin van artikel 7:271 lid 1 BW, af te schaffen.
Lees meer