24 februari 2025
Opdrachtgever of werkgever? Extern ondernemerschap telt volledig mee
Is een zzp’er, werknemer of opdrachtnemer? Een wereld van verschil qua rechtsbescherming, financiële en fiscale gevolgen.
Lees meer
24 februari 2025
Is een zzp’er, werknemer of opdrachtnemer? Een wereld van verschil qua rechtsbescherming, financiële en fiscale gevolgen.
In 2023 gaf de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest een aantal extra handvatten voor de praktijk om te beoordelen of een werkrelatie geldt als een arbeids- of opdrachtovereenkomst. In 2024 was er veel onrust over de toen door de Belastingdienst aangekondigde handhaving op schijnzelfstandigheid van zzp’ers per 2015 (Opdrachtgever of werkgever? – GMW advocaten) En nu rond de voorjaarsvakantie van 2025 geeft de Hoge Raad in de Uber-uitspraak duiding aan het bij die toetsing te gebruiken criterium ‘ondernemerschap’. De uitkomst voor uw organisatie kan zijn dat bij werkenden die hetzelfde werk zij-aan-zij doen, de een geldt als werknemer en de ander als echte zzp’er. Wat betekent dit Uber-arrest voor werkverschaffers?
De Hoge Raad bevestigt wat u al wist vanuit Deliveroo en vanuit de aanwijzingen van de Belastingdienst voor de handhaving op schijnzelfstandigheid per 2025. Namelijk dat álle omstandigheden van het geval van belang zijn voor de vraag of een werkrelatie kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst – voor de loonheffingen en voor het arbeidsrecht. Dus de niet-limitatieve negen criteria uit het Deliveroo-arrest hebben dezelfde waarde. Expliciet voor het criterium “extern ondernemerschap” zegt de Hoge Raad op 21 februari 2025 dat dit dus even zwaar meetelt en niet als een soort sluitstuk geldt.
Wat was dit criterium ook al weer? De vraag of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt. Denk daarbij aan het hebben van een eigen website, investeren in professionele ontwikkeling, het doen van bedrijfsinvesteringen, deelnemen aan acquisitieactiviteiten, het hebben van een eigen klantenportefeuille.
De Hoge Raad bevestigt hiermee dat omstandigheden die zich afspelen buiten de werkrelatie met de ene werkverschaffer om, dus hoe de werker zich richting andere werkverschaffers of in het maatschappelijk verkeer gedraagt, van belang kunnen zijn bij de kwalificatie van wel/geen arbeidsovereenkomst. Als de ene werker dus wel voldoet aan de criteria voor dit ‘extern ondernemerschap’ en de andere niet dan kan dit er – in combinatie met de overige omstandigheden – toe leiden dat twee personen zij-aan-zij bij u werken, maar de ene zzp’er een échte zelfstandig ondernemer is en de ander een schijnzelfstandige en dus werknemer.
Concreet voor de Uber-zaak: voor twee Uber-chauffeurs die beiden een opdrachtovereenkomst hebben met Uber, kan het mede op basis van dit extern ondernemerschap dus zo zijn dat de een kwalificeert als zzp’er en de ander als werknemer. Met alle gevolgen – met eventueel terugwerkende kracht – van dien. Denk aan (loon)vorderingen op basis van de cao Taxivervoer, vorderingen tot betaling van vakantiegeld en vakantiedagen, afdracht van pensioenpremie aan Pensioenfonds Vervoer, ontslagbescherming en een ficale naheffing.
Met deze uitspraak is dus belangrijk te beseffen voor de werkverschaffer dat ook als andere omstandigheden van het geval wijzen op een arbeidsovereenkomst met de werker, het criterium van het extern ondernemerschap mede kan maken dat de weegschaal doorslaat naar de andere kant en dat er juist géén sprake is van een arbeidsovereenkomst. Daarmee is het dus voor u als werkverschaffer van belang om van de werker, die zich presenteert als zzp’er, te vragen en vast te leggen wat hij aan ondernemersactiviteiten ontplooit. Over de verschillende uitkomsten in de rechtspraak van de vraag wel/geen arbeidsovereenkomst, schreven wij eerder al een blog: Help! Is mijn zzp’er een werknemer? – GMW advocaten
Daarin schreven wij al dat dit extern ondernemerschap door de lagere rechters wordt toegepast bij de kwalificatie van de werkrelatie. De Hoge Raad bevestigt dus in feite dat de vraag hoe de werker zich in het economisch verkeer gedraagt gewoon en volledig deel uitmaakt van de toets. Dat kan dus maken dat binnen één onderneming, verschillende werkenden hetzelfde werk op basis van een ander contract kunnen verrichten. Hoe dit voor uw onderneming uitpakt, ter voorkoming van eventuele fiscale of arbeidsrechtelijke claims, brengen wij graag samen met u in kaart!
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan gerust contact met ons op.