Allereerst moeten we onderscheid maken tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen, en tussen verjaring en verval. Wettelijke vakantiedagen vervallen op grond van artikel 7:640a BW zes maanden na het jaar van opbouw, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om deze op te nemen. Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren op grond van artikel 7:642 BW vijf jaar na het jaar van opbouw. Lijkt eenvoudig, toch?
Max Planck uitspraak
Het bovenstaande is toch ingewikkelder dan het lijkt. Immers, op grond van het Max Planck-arrest van het Europese Hof van Justitie van 6 november 2018 geldt de vervaltermijn van de wettelijke vakantiedagen alleen als de werkgever aan zijn zorg- en informatieverplichtingen heeft voldaan. Dit brengt, volgens het Europese Hof van Justitie, met zich mee dat de werkgever de werknemer expliciet en tijdig moet informeren over het vervallen van de vakantiedagen. Een en ander zodat de werknemer de vakantie nog kan genieten, vóórdat deze vervalt. Als de werkgever niet kan bewijzen dat aan deze verplichting is voldaan, dan kunnen de vakantiedagen niet zomaar vervallen.
Uitspraak Hoge Raad 23 juni 2023
In de uitspraak van de Hoge Raad van 23 juni 2023 (ECLI:NL:HR:2023:955) ging het om de vraag of voorgaande verplichtingen van de werkgever alleen gelden ten aanzien van de vervaltermijn van de wettelijke vakantiedagen of dat deze ook gelden voor de verjaringstermijn van de bovenwettelijke vakantiedagen. Oftewel, als vakantiedagen niet automatisch vervallen na zes maanden, verjaren ze dan in elk geval na vijf jaar?
Nee, zo oordeelt de Hoge Raad: “er kan redelijkerwijs geen twijfel over bestaan dat hetzelfde geldt voor een verjaringstermijn van vijf jaar”. De ‘Max Planck-verplichtingen’ gelden dus ook voor de verjaringstermijn van vijf jaar. Dit betekent dus dat de werkgever de werknemer óók moet wijzen op het eventuele verjaren van vakantiedagen en wel op een zodanig moment in de tijd dat de werknemer nog in staat is om deze dagen op te nemen.
Conclusie
Vakantiedagen kunnen niet zomaar vervallen of verjaren. Informeer uw werknemers schriftelijk over de geldigheid van hun dagen. Heeft uw werknemer nog een stuwmeer aan vakantiedagen? Ga met hem of haar in gesprek over opname daarvan en, heel belangrijk, leg dit gesprek goed vast. Alleen dan kunnen de vakantiedagen op een gegeven moment vervallen (of verjaren).
Ten aanzien van de wettelijke vakantiedagen zou dit al zes maanden na het jaar van opbouw kunnen zijn, mits aan bovenstaande verplichtingen is voldaan. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen is de termijn langer: vijf jaar. Wel kunt u als werkgever met uw werknemer afspreken om de bovenwettelijke vakantiedagen uit te betalen. Dit kan op grond van artikel 7:634 BW wel bij de bovenwettelijke dagen, maar niet bij de wettelijke vakantiedagen.
Meer informatie
Heeft een van uw werknemers nog een heleboel vakantiedagen en wilt u advies over hoe dit te verkleinen? Of bent u werknemer en heeft uw werkgever zonder overleg een deel van uw vakantiesaldo laten vervallen? Neem dan contact op met de arbeidsrecht advocaten van GMW.