3 december 2024
Instemmingsrecht ondernemingsraad in concernverband
De ondernemingsraad heeft wettelijk instemmingsrecht bij een door de ondernemer voorgenomen wijziging van een beloningssysteem.
Lees meer
12 augustus 2024
Voor de tweede keer in vijf jaar kan iedereen reageren op een wetsvoorstel dat kortweg regelt dat werknemers bij een doorstart na faillissement automatisch in dienst komen van de verkrijgende onderneming. Dit is het zogeheten voorstel WOVOF.
Vanuit arbeidsrecht en faillissementsrecht valt hier van alles over zeggen, zoals in de blog ‘Bescherming personeel bij doorstart uit faillissement‘. Ook voor medezeggenschap gaat er wat veranderen. De ondernemingsraad (OR) krijgt meer rechten.
In navolging van het arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2017, wordt het wettelijke adviesrecht van de OR bij faillissement vastgelegd. Als de curator een failliete onderneming wil laten doorstarten, dan moet hij de OR voorafgaand om advies vragen. Voor dat advies krijgt de OR een minimale beslistermijn van drie dagen; snelheid is bij doorstart immers van belang. Wijkt de curator af van het advies van de OR over de doorstart, dan kan de OR niet een beroepsprocedure starten bij de Ondernemingskamer maar een snelle beslissing krijgen van de rechter-commissaris die het faillissement behandelt. Ook kan de OR naar de rechter-commissaris stappen als de curator ten onrechte geen adviesaanvraag bij de OR over een doorstart indient.
In reactie op een adviesaanvrag kan de OR bijvoorbeeld aan de curator adviseren om nog eens met een andere overnamepartij te gaan praten. Zo kan de OR meer invloed uitoefenen op een mogelijke overname of doorstart.
Als de curator aan de rechter-commissaris om toestemming vraagt tot onderhandse verkoop van de failliete onderneming, die leidt tot een overgang van onderneming in de zin van de wet, dan heeft de OR of de PvT het recht te worden gehoord door die rechter-commissaris. Ook daarvoor geldt een heel korte termijn. Bovendien krijgt de OR/PvT een extra informatierecht: de ondernemer moet de OR informeren als hij voorziet dat surseance of faillissement aanstaande is. De OR kan trouwens ook nú al op grond van artikel 10 Faillisementswet als belanghebbende verzet instellen tegen een faillissement, of de OR kan een dreigend faillissement in een overlegvergadering met de bestuuder aan de orde stellen.
Een vraag die eigenlijk los staat van de WOVOF is wat er gebeurt met een OR als de onderneming waarvoor de OR is ingesteld wordt overgedragen via een overgang van onderneming (OvO). Volgens de Europese richtlijn waarop de Nederlandse OvO-wetgeving is gebaseerd, blijft de OR van de vervreemder bestaan als die onderneming als ‘eenheid’ blijft bestaan na de overname. Als bijvoorbeeld alleen een afdeling overgaat dan is het onwerkbaar als de OR van de vervreemder met die afdeling over zou gaan, want dan zouden de achterblijvende afdelingen van dat bedrijf geen OR meer hebben. Het is ook mogelijk volgens de EU-richtlijn om direct na de overgang van onderneming, verkiezingen voor de OR te organiseren. Dat ligt ons inziens het meest voor de hand, zodat de OR bij de verkrijger direct qua samenstelling wordt aangepast aan de nieuwe situatie na de overgang van onderneming. De werknemers die bij de OvO mee overgaan en bij de nieuwe onderneming niet weer in de (nieuwe) OR komen, blijven gelden als oud-OR-lid en behouden hun wettelijke bescherming tegen ontslag en benadeling vanuit hun voormalig OR-positie.
De wettelijke vastlegging van de grotere verantwoordelijkheid voor de OR bij faillissement en doorstart zorgt voor een waarborg van de medezeggenschap en kan procedures voorkomen. Grotendeels bevat dit wetsvoorstel WOVOF dus het vastleggen van een adviesrecht dat de OR op grond van het genoemde Hoge Raad arrest al heeft. Maak als OR dus gebruik van de huidige en komende rechten rondom faillissement en overgang van onderneming.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u advies? Neem vrijblijvend contact met ons op.