27 september 2015

Hoe berekenen rechters de billijke vergoeding?

Door Gilyan Parker

Een werknemer die wordt ontslagen, zal in veel gevallen een transitievergoeding krijgen. Slechts in uitzonderlijke situaties zal daarnaast het recht bestaan op een aanvullende ‘billijke vergoeding’.

Hoe deze billijke vergoeding precies moet worden berekend is nog onduidelijk. De eerste uitspraak hierover is recent gepubliceerd.

Ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst

Wat speelt er in deze zaak? Werknemer is vrachtwagenchauffeur en al sinds 1997 in dienst bij zijn werkgever. De werkgever heeft in maart 2015 laten weten dat de werknemer niet meer nodig is omdat het bedrijf wordt overgenomen. De overige werknemers en activiteiten zijn in een andere BV ondergebracht. De werknemer heeft geen salaris meer ontvangen, zelfs niet nadat de werkgever daartoe in een andere rechtszaak was veroordeeld. Hij stapt naar de rechter en vraagt de rechter om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Bovendien verzoekt de werknemer om een billijke vergoeding omdat er sprake zou zijn van ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever. Volgens de werknemer zou de billijke vergoeding minimaal € 75.000 moeten bedragen.

Ernstig verwijtbaar handelen werkgever

De kantonrechter oordeelt dat de werknemer in een inactieve en ‘lege’ BV is achtergebleven. Daardoor is volgens de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zinloos geworden. Het verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wordt dus toegewezen. De werknemer heeft recht op een transitievergoeding van € 30.654,05 bruto, gebaseerd op leeftijd, duur dienstverband en hoogte salaris. Gelet op de bijzondere omstandigheden wordt daarnaast ook een billijke vergoeding toegekend. De werknemer heeft immers lange tijd geen loon gekregen en bevond zich door het ernstig verwijtbare gedrag van de werkgever in een onhoudbare situatie.

Hoogte ontslagvergoeding berekenen

De kantonrechter moet vervolgens de hoogte van de vergoeding bepalen. Volgens de wetgever moet de hoogte van de billijke vergoeding in verhouding staan tot het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Volgens de kantonrechter is de handelwijze van de werkgever zo ernstig dat er reden is om de ontslagvergoeding van de werknemer te verdubbelen. De billijke vergoeding wordt daarom vastgesteld op dezelfde hoogte als de transitievergoeding, zijnde € 30.654,05 bruto. In totaal ontvangt de werknemer in deze zaak dus € 61.308,10 bruto.

Toekomstige rechtspraak

De toekomst zal uitwijzen of rechters bij het berekenen van de billijke vergoeding vaker aansluiting zullen zoeken bij de hoogte van de transitievergoeding en afhankelijk van de ernst van de gedraging hier een ‘verwijtbaarheidsfactor’ op zullen loslaten.

Gilyan Parker

Gerelateerde blogs

8 juli 2024

Oei-foei-doei-beleid

In personeelshandboeken kom ik regelmatig tegen dat een derde waarschuwing, automatisch leidt tot ontslag op staande voet. In terminologie van honkbal heet dit wel een three strikes you’re out beleid. Een werkgever uit Eindhoven noemde dit een oei-foei-doei-beleid.

Lees meer

1 juli 2024

Ernstig verwijtbaar handelen door werkgever wegens schending re-integratieverplichtingen

De werkgever kan de rechter verzoeken om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.

Lees meer

26 juni 2024

Oprichting en erkenning ondernemingsraad afdwingen

Bijna één derde van de ondernemingen met meer dan 50 werknemers heeft geen ondernemingsraad (OR).

Lees meer