11 mei 2014
In mijn blog van 14 april 2014 heb ik uitgelegd dat de statutair directeur niet alleen werknemer is (de arbeidsrechtelijke verhouding) maar ook bestuurder (de vennootschapsrechtelijke verhouding).
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad heeft een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) tot ontslag van de bestuurder in beginsel ook tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst eindigt. Dat is alleen dan anders als er sprake is van een opzegverbod of als partijen anders zijn overeengekomen. De laatste uitzonderingsgrond vormt de inzet van een kort geding waarover het Hof Arnhem zich begin dit jaar moest uitlaten.
In deze zaak ging het om een bestuurder die door de AVA als zodanig was benoemd en die daarnaast een arbeidsovereenkomst had gesloten waarin een opzegtermijn van 12 maanden vermeld stond. Bij besluit van 31 augustus 2012 besloot de AVA de bestuurder met onmiddellijke ingang als bestuurder te ontslaan. Hij zou zijn taken onbehoorlijk vervuld hebben. Aan de bestuurder is tijdens de vergadering mede gedeeld dat hij op een later moment een schriftelijke bevestiging zou ontvangen van zijn ontslag. Ook zou hij dan de voorwaarden vernemen waaronder zijn arbeidsovereenkomst zou eindigen. De bestuurder ging er van uit dat de opzegtermijn van 12 maanden in acht zou worden genomen. De vennootschap wilde de uitkomsten van een boekenonderzoek afwachten. Dat boekenonderzoek zou misbruik van de company’s credit card hebben uitgewezen alsmede het negeren van het verbod op een uitkering van een bonus aan een aantal werknemers. Dit was voor de werkgever reden om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Daarop startte de bestuurder een kort geding waarin hij een schadevergoeding ter hoogte van de opzegtermijn vorderde.
Het Hof is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst niet als gevolg van het besluit van 31 augustus 2012 beëindigd is. Partijen zijn anders overeengekomen. Het Hof meent dat uit de notulen volgt dat de vennootschap onderscheid heeft gemaakt tussen de beëindiging van de vennootschappelijke verhouding en de beëindiging van de arbeidsverhouding. Dit onderscheid is ter vergadering aan de statutair directeur kenbaar gemaakt. Dat dit zo is afgesproken, blijkt uit het feit dat partijen nadien onderhandeld hebben over de duur van de opzegtermijn. Nu de arbeidsovereenkomst niet beëindigd is per 31 augustus 2012, bestond deze nog op het moment van het ontslag op staande voet. Het Hof oordeelt vervolgens dat het gegeven ontslag op staande voet niet terecht gegeven is omdat er geen sprake was van een dringende reden. Aan de bestuurder wordt derhalve alsnog de gevorderde schadevergoeding van 12 maanden opzegtermijn toegekend.
Alhoewel normaliter een besluit van de AVA zowel de vennootschapsrechtelijke verhouding als de arbeidsrechtelijke verhouding beëindigt, lijkt deze hoofdregel uitzondering als er een opzegverbod aanwezig is of als partijen anders hebben afgesproken. Het Hof heeft de gemaakte afspraak afgeleid uit de wijze waarop partijen ten tijde van het vennootschapsrechtelijke ontslag gehandeld hebben. Partijen doen er goed aan duidelijkheid te creëren over de vraag of beide verhoudingen beëindigd worden. In het algemeen zal de beëindiging van beide verhoudingen de voorkeur genieten. >Lees meer hierover ‘Rechtspositie van statutair directeur > Meer informatie over ontslagrecht
14 november 2023
U heeft een eigen bedrijf en tot 50 medewerkers in dienst. Vanwege bedrijfseconomische redenen moet u helaas reorganiseren en afscheid nemen van een aantal medewerkers.
Lees meer19 oktober 2023
Het concurrentiebeding is geen rustig bezit. Zeker in de huidige krappe arbeidsmarkt, zien wij in de praktijk veel conflicten en procedures over het concurrentiebeding.
Lees meer12 oktober 2023
In geval van arbeidsongeschiktheid heeft een werknemer 104 weken recht op loondoorbetaling. In die periode hebben de werkgever en werknemer re-integratieverplichtingen.
Lees meer