Huurders van woonruimten worden in Nederland goed beschermd. Huurbescherming geldt voor huurders van zelfstandige en onzelfstandige woningen.
Medehuurders, onderhuurders en medebewoners genieten soms ook huurbescherming.
Er geldt géén huurbescherming indien:
Voor huurcontracten voor bepaalde tijd die zijn ingegaan na 1 juli 2016, geldt dat ze van rechtswege eindigen aan het einde van de huurtermijn. Voorwaarde is dat de huurtermijn voor zelfstandige woningen niet meer dan twee jaar is. En voor onzelfstandige woningen niet meer dan vijf jaar. Een andere voorwaarde is dat de verhuurder drie tot één maand(en) van tevoren aan de huurder een kennisgeving stuurt van de dag waarop de huur verstrijkt. De verhuurder is dan dus niet gebonden aan de strenge wettelijke opzeggingsgronden. Bovengenoemde huurcontracten kunnen door de huurder ook tussentijds (maandelijks) worden opgezegd. Dat is een belangrijke positieve wijziging voor de huurder ten opzichte van de regels die gelden voor overeenkomsten van vóór 1 juli 2016
In het geval er sprake is van huurbescherming dient de verhuurder een valide reden te hebben om de huurovereenkomst door opzegging te laten eindigen. De opzegging dient voorts schriftelijk te geschieden en er moet een opzegtermijn in acht worden genomen (maximaal 6 maanden). De verhuurder dient minimaal één in de wet genoemde opzeggingsgrond te hanteren.
Indien de verhuurder de huurovereenkomst opzegt en de huurder het daar niet mee eens is, blijft de huurovereenkomst doorlopen. De huurder wordt in de gelegenheid gesteld om binnen 6 weken nadat de opzeggingsbrief is verstuurd aan te geven of wordt ingestemd met het einde van de huurovereenkomst. In het geval niet of niet instemmend wordt gereageerd, zal de verhuurder naar de rechter moeten met als inzet om de huurovereenkomst te laten beëindigen. De kantonrechter zal vervolgens beoordelen of er een einde komt aan de huurovereenkomst en het gehuurde ontruimd moet worden. In het oordeel mag de kantonrechter alleen de in de opzeggingsbrief aangehaalde opzeggingsgronden toetsen.
De opzeggingsgronden staan limitatief opgesomd in de wet (artikel 7:274 lid 1 sub a tot en met f BW) en bepalen kort gezegd dat een huurovereenkomst door opzegging kan eindigen indien:
Artikel 7:271 lid 8 BW bepaalt dat, indien huurder en verhuurder een beëindigingsovereenkomst sluiten, de overige leden van het artikel met opzeggingsformaliteiten niet van toepassing zijn. Net als bij andere overeenkomsten kunnen huurder en verhuurder samen besluiten de huurovereenkomst te beëindigen. Een beëindigingsovereenkomst is alleen rechtsgeldig als deze is gesloten nadat de huur is ingegaan. Deze bepaling is ter bescherming van de huurder. Voorkomen moet worden dat huurder al bij voorbaat (gedwongen) afziet van zijn recht op huurbescherming.
Meer informatie over de beëindiging van een huurovereenkomst? In deze whitepaper beantwoorden wij voor u de 10 belangrijkste vragen op het gebied van verhuur van woonruimte.
Ons team van ervaren huurrecht advocaten staat voor u klaar.
Heeft u een vraag of wilt u juridisch advies? Neem gerust contact met ons op.
"*" geeft vereiste velden aan
23 mei 2023
Aanneming van werk
Er is sprake van een aanneemovereenkomst als de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verplicht om tegen betaling van een geldsom een werk op te leveren.
Lees meer
Lees meer over20 april 2023
Didam-arrest: overeenkomsten nietig of vernietigbaar?
Binnen het bestuursrecht oordeelde de Afdeling al eerder dat overheidsorganen op grond van het beginsel van gelijke kansen c.q. gelijkheidsbeginsel in het geval van schaarste aan gegadigden mededingingsruimte moeten bieden.
Lees meer
Lees meer over9 maart 2023
Ontruimingsbescherming
De Nederlandse wet kent verschillende huurregimes. Zo gelden voor huurovereenkomsten die op woonruimte zien andere regels dan voor bijvoorbeeld huurovereenkomsten die op kantoorruimte zien.
Lees meer
Lees meer over2 maart 2023
Administratiekosten bij de totstandkoming van een huurovereenkomst
Mag een verhuurder administratiekosten in rekening brengen bij het tot stand komen van de huurovereenkomst? Onlangs kwam deze vraag weer naar voren.
Lees meer
Lees meer over28 februari 2023
Heethoofd
Ingrid Kastanje exploiteerde samen met haar man een grote vastgoedportefeuille in Den Haag. Twee volbloed Hagenezen, met het hart op de tong.
Lees meer
Lees meer over31 januari 2023
Juryrechtspraak
In civiele zaken duurt een rechtszaak makkelijk een jaar, maar twee of drie jaar komt ook voor. Kantoorgenoten van mij hebben procedures lopen die inclusief hoger beroep al meer dan tien jaar in beslag nemen.
Lees meer
Lees meer over26 januari 2023
De eerste rechtspraak inzake het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening
Sinds 1 januari 2021 is het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening van kracht. Op basis van dit besluit moet een verhuurder van woonruimte actief optreden in geval van constatering van een huurachterstand.
Lees meer
Lees meer over17 januari 2023
Indeplaatsstelling
Een belangrijk wettelijk uitgangspunt is het beginsel van contractsvrijheid. Partijen zijn vrij om met elkaar af te spreken wat zij willen, voor zover de afspraken niet in strijd zijn met de wet en goede zeden.
Lees meer
Lees meer over13 januari 2023
De voorgenomen regulering van de middenhuur: een inperking op het eigendomsrecht?
Op 9 december 2022 heeft minister Hugo de Jonge zijn plannen over de voorgenomen regulering van de middenhuur aangekondigd.
Lees meer
Lees meer over